Onlangs nam ik afscheid van een dierbare vriend. Hij leed anderhalf jaar aan leverkanker en koos uiteindelijk voor euthanasie. Hij laat een vrouw en een zoon na. We kenden elkaar ruim 50 jaar. Hij kwam uit een gezin met drie broers. Met zijn oudste broer maakte hij deel uit van een groep van twaalf mensen, onder wie vier vrouwen, die elkaar voor of tijdens de middelbare school leerden kennen en die elkaar na die periode is blijven opzoeken, de laatste vijftien jaren eens per jaar. Direct toen de uitslag bekend werd, zocht ik hem op. Hij organiseerde vorige zomer bij hem thuis onze reünie. Hij is de tweede van de groep die ons ontvalt. We zijn van de schoolgeneratie van eind jaren ’68-’75 met muziek van Deep Purple, Jethro Tull, Neil Young, de tijd van de autoloze zondag en verder van vooral een tamelijke zorgloosheid. Als je van school kwam en geen baan had, kon je zonder probleem een uitkering krijgen.
Ik werkte liever en reisde tussendoor. Een van onze vrienden emigreerde rond die tijd naar Nieuw Zeeland, waar ik hem enige keren bezocht, voor het laatst drie jaar geleden. In mei komt hij naar Nederland, zijn ouders vieren dan hun 60-jarig huwelijk. Hij is de enige van wie de ouders nog leven. Eind mei plannen we ook onze volgende bijeenkomst.
We hebben een breed scala van professionals in onze groep – onder meer een kunstenaar, interim-manager, ontwerper, journalist, tennisleraar, politieman, pianiste, hoogleraar – en toch hebben we het op onze bijeenkomsten zelden over wat iedereen doet. Waar gaat het dan wel over? Goeie vraag. We zijn een middag en avond bij elkaar, iedereen praat met elkaar, iedereen luistert naar elkaar, de sfeer is warm, vanzelfsprekend, rustgevend, vertrouwd. Ieder mag zijn zoals hij of zij is. Het is gewoon ok. Leeftijd speelt geen rol, het beroep ook niet. Je bent met elkaar als vanouds. Inmiddels al zo’n 50 jaar, bijna ons hele leven. In al zijn weerbarstigheid is uiteindelijk het leven zelf de belangrijkste leerschool. Wat er werkelijk toe doet, namelijk het contact met de ander, leer je niet uit boeken of via tablets.
Ben Claessens
Hoofdredacteur