Page 26 -
P. 26
Kennis & Onderzoek
Leerlingen ervan bewust maken dat wat zij op
school doen en de keuzes die ze maken, gevol- Praten
gen hebben voor hun mogelijkheden in de toe-
komst, lijkt een positief effect te hebben op hun
schoolloopbaan. Nadere studie is nodig. Feit is
wel dat zonder deze interventie de kans op uit-
helpt!
val groter is.
Thea Peetsma
Het versterken van de motivatie van studenten voor hun stu-
die en het verminderen van studie-uitval is een belangrijk aan-
dachtspunt van roc’s. In een onderzoek van de Universiteit van
Amsterdam is een interventie, gericht op het versterken van
het zelfregulerend leergedrag van leerlingen, toegepast in het
eerste leerjaar van het mbo. Door leerlingen bewust te maken
van wat zij doen op school, worden ze erin getraind een traject dit gedrag bevorderen. Een verbetering van leergedrag leidt
met tussendoelen uit te zetten naar een door hen gewenst doel naar verwachting tot betere leerresultaten.
in de verdere toekomst. Belangrijk daarbij is aandacht voor het We onderscheiden drie vormen van gemotiveerd leerge-
vermijden van activiteiten die het behalen van beoogde doelen drag: uitstel van beloning ten gunste van leeractiviteiten,
verhinderen. inzet voor school en de toepassing van metacognitieve vaar-
digheden. Hiernaast onderscheidden we drie motivationele
De interventie factoren: waarden/doelen bij leren, verwachtingen over de
De interventie is gebaseerd op de theorie over tijdsperspectief. haalbaarheid en een affectieve component met gevoelens en
Deze berust op cognitieve, affectieve en intentionele compo- emoties in de leersituatie. Bij waarden/doelen gaat het om re-
nenten ten aanzien van een levensterrein op korte of lange denen voor en voornemens bij de uitvoering van leertaken.
termijn. Verder is in de interventie het perspectief op mogelijk Het gaat om het antwoord op de vraag: ‘Waarom doe ik dit?’
concurrerende levensdomeinen verwerkt, zoals het onderhou- Bij verwachtingen gaat het om cognitief zelfvertrouwen: de
den van sociale relaties of de besteding van de vrije tijd. Hierbij aanname van jongeren dat zij in staat zijn om een leertaak
wordt het idee van acceptatie van ‘uitstel van beloning’ toe- uit te voeren en dat zij verantwoordelijk zijn voor hun eigen
gepast. Ook de bekende zelfdeterminatietheorie van Deci en prestaties. Hier gaat het om antwoorden van jongeren op de
Ryan is verwerkt in de interventie. Als studenten uit zichzelf vraag: ‘Kan ik dit?’. Wat betreft de derde factor, gevoelens en
gemotiveerd zijn voor school of specifieke vakken, intrinsiek emoties in de leersituatie, keken we naar welbevinden in de
gemotiveerd zijn hiervoor, behoeft dat geen interventie. Als de relatie met leerkrachten, in de relatie met medestudenten en
motivatie meer extrinsiek is, zal aandacht voor het persoonlijk welbevinden op school in het algemeen.
belang dat leren voor een student kan hebben tot een verinner-
lijking en versterking van de motivatie van een student leiden. Onderzoeksmethode
Bij de vormgeving van de interventie is gebruik gemaakt van In totaal hebben 835 studenten uit de beroepspleidende leer-
‘possible selves’ van Oyserman, waarbij we studenten mogelij- weg (bol) van twee roc’s aan het onderzoek deelgenomen: 70
ke toekomsten voor zichzelf laten visualiseren. De stappen die studenten van twee opleidingen van het ene roc en de ove-
het heden en de toekomst met elkaar verbinden, dienen als een rige 765 studenten van zeven opleidingen van het andere,
gids voor de student. Voor zo’n effect zijn in de eerste plaats veel grotere roc. De studenten is op vier momenten gevraagd
realistische toekomstmogelijkheden nodig. Ten tweede moet een vragenlijst in te vullen: na de start van het eerste jaar
niet alleen de nadruk worden gelegd op wat de student moet in november 2011, maart 2012, juni 2012 en in het tweede
doen om een doel te bereiken, maar ook op wat moet worden jaar, november 2012. In totaal hebben 101 interventies met
vermeden. Ten derde moet de weg naar het toekomstig doel in een onderzoeker (onderzoeksgroep 1), 81 met een docent (on-
kleine overzienbare stappen worden opgedeeld. Tenslotte moet derzoeksgroep 2) en 86 interviews (controlegroep 1) plaatsge-
de student belang hechten aan de toekomstmogelijkheid. vonden. Studenten die geen interventie ontvingen en geen
interview hadden zaten in controlegroep 2. De eerste contro-
Motivatie legroep (interviews) werd aan het onderzoek toegevoegd om
Bij onderzoek naar motivatie wordt vaak onderscheid gemaakt na te gaan of de interventie effectief was in vergelijking met
tussen gemotiveerde leergedrag en motivationele factoren die een persoonlijk gesprek over motivatie voor leren. Wellicht
26 PROFIEL NUMMER 8

