In een thriller die ik deze zomer week las, belandt de hoofdpersoon in zijn lange zoektocht naar een bepaalde persoon op de Montessorischool waarop de gezochte man dertig jaar daarvoor heeft gezeten. Van de ene op de andere dag was de leerling destijds niet meer naar school gekomen, zonder opgaaf van reden van de ouders. En kort daarna was hij geheel van de aardbodem verdwenen. Maar dat terzijde. De lerares die deze oud-leerling in de klas had, geeft nog les op de school. Bij binnenkomst valt het de hoofdpersoon op hoe rustig de kinderen zijn. Het gebouw was zo stil als, als een gebouw zonder kinderen. Hij vraagt de lerares: ‘Geeft u die kinderen valium?’
‘Alleen maar een beetje Montessori.’
‘Een beetje wat?' Waarop hij vraagt of de kinderen zich thuis ook zo gedragen. Het antwoord van de lerares is stellig: ‘O gut nee. Als ik heel eerlijk moet zijn, wordt er niets van uitgedragen naar de buitenwereld. Maar dat is met weinig dingen zo.’
Vervolgens geeft de lerares een lesje over het effect en impliciet het nut van onderwijzen. Zij zegt: ‘De school haalt de kinderen weg uit hun warme, ouderlijke cocon. Op school leren ze de baas te spelen of het onderspit te delven. Op school leren ze wreed te zijn tegen andere kinderen. Op school leren ze dat pap en mam hebben gelogen toen ze zeiden dat ze speciaal en uniek waren.’
Voor deze lerares zijn kinderen na 34 jaar lesgeven onontwikkelde foto’s. ‘De school ontwikkelt de foto alleen maar. De school is niet degene die de foto genomen heeft. (…) Wat ik bedoel is, dat de kinderen zo goed als geheel gevormd zijn tegen de tijd dat ze de kleuterschool verlaten Ik weet precies wie succes zal hebben en wie zal falen, wie gelukkig zal worden en in de gevangenis terecht zal komen, en in negentig procent van de gevallen heb ik gelijk.’
Op de vraag van de hoofdpersoon of kinderen niet het vermogen bezitten te veranderen, zegt de lerares: ‘Het vermogen? O, waarschijnlijk wel. Maar ze zitten al op een bepaalde weg en ook als ze in staat zouden zijn daarvan af te wijken, doen de meesten dat niet. De ingeslagen weg blijven volgen, is gemakkelijker.’
Bron: Laatste kans, Harlan Coben. Met toestemming van uitgeverij De Boekerij.
Ben Claessens, hoofdredacteur