De leraar van nu heeft het moeilijk. Hij wordt geminacht, uitgelachen en gewantrouwd. Dat heeft te maken met allerlei maatschappelijke vraagstukken, waarvan hij gelijktijdig slachtoffer en beoogd oplosser is. Hij kan die laatste rol echter alleen vervullen als hij zich geruggensteund weet door zichtbare schoolleiding met wie hij een pedagogische visie en onderwijskundige inzichten deelt. Bijvoorbeeld die van Philip Kohnstamm, waarbij hij van het individu een persoon maakt die hij weet te motiveren om zijn talenten te verzilveren. Daarbij werkt hij aan de vorming van zijn geweten, het intellect en de sociale ontwikkeling. Hij streeft niet naar populariteit, maar dwingt respect af als cultuurdrager. Hij heeft in dubbele betekenis een machtig beroep. Hindernissen zijn de schaalvergroting, de bureaucratie als uitdrukking van het wantrouwen en de ontbrekende collega's. De leraar moet zijn rol van lesgever en verhalenverteller opnieuw opeisen. Veel kan de leraar opsteken van de bedrijfsopleiding.
Kortom: voorwaarden voor hersteld vertrouwen in de docent is herpedagogisering van het onderwijs, de bewuste keuze voor een eenduidige didactiek en toepassing van de menselijke maat als meest gewenste organisatievorm van de school en het opleidingsinstituut.
Inhoudsopgave