De Pakistaanse Malala Yousafzai en de Indiër Kailash Satyarthi hebben vandaag de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. Satyarthi krijgt de prijs voor zijn werk in India tegen kinderarbeid. Malala Yousafzai voor haar strijd voor het recht op onderwijs en meningsvrijheid, vooral voor meisjes. Het Nobelprijs-comité prijst hun onafgebroken strijd tegen de onderdrukking van kinderen en jonge mensen en voor het recht op onderwijs.
Malala geldt als een voorvechtster voor het recht op onderwijs voor elk kind. Op dit moment gaan 32 miljoen meisjes niet naar school, meestal vanwege het simpele feit dat ze een meisje zijn. Voor haar werk ontving ze al eerder de eerste Pakistaanse Vredesprijs en de Internationale Kindervredesprijs.
Malala Yousafzai is de dochter van een leraar en werd bekend door haar strijd voor meisjes om naar school te mogen. In 2009 begon ze als elfjarige leeftijd onder het pseudoniem Gul Makai (korenbloem) een weblog bijhield op de website van de BBC. Ze schreef over de gewelddadigheden van de Taliban in de Swatvallei, waar meisjes werden uitgesloten van school en over de schending van mensenrechten in haar land.
Op 9 oktober 2012 pleegden Talibanstrijders een aanslag op haar. In de bus waarin ze terugkeerde van school werd ze beschoten en geraakt in hoofd en hals. Ze overleefde de aanslag en herstelde in Groot-Brittannië.
Op 12 juli 2013, haar 16e verjaardag, hield ze een betoog in het VN-hoofdkwartier in New York voor het recht op onderwijs voor elk kind. Het was de eerste toespraak van Malala sinds de aanslag.
De Verenigde Naties hebben 12 juli uitgeroepen tot Malala Day. Malala benadrukte dat de dag niet in het teken staat van haar. "De dag is voor alle vrouwen, meisjes en jongens die voor hun rechten hebben gevochten."
Malala: "Laat ons boeken en pennen oppakken, het zijn de meest krachtige wapens. Een kind, een leraar, een pen en een boek. Dat zijn de dingen die de wereld kunnen veranderen."