ProfielActueel - Via een Vakroute een leerling aan een mooie baan helpen die bij ze past, dat is het streven van de Vakcollege groep. Vmbo- leerlingen met een flinke portie praktijkervaring laten ontdekken 'waar ze het allemaal voor doen': een fijne en uitdagende baan in de praktijk. Voordat ze het werkveld instappen zullen de meesten hun talent eerst nog verder ontwikkelen op het mbo. Gelukkig wordt die overgang naar het beroepsonderwijs steeds eenvoudiger. Resultaat: bewuste studiekeuzes en gemotiveerde leerlingen die op weg zijn een gelukkige werknemer te worden.
Het Vakcollege Eindhoven is een van de Vakcolleges in Nederland waar de Vakroute wordt uitgerold. Binnen de vakschool Zorg & Welzijn van vakcollege Eindhoven wordt samen met Summa College en de regionale instellingen samengewerkt zodat de leerlingen een doorlopend en op de arbeidsmarkt afgestemd curriculum volgen. Een goede begeleiding staat daarbij voorop. Profiel zocht in de lichtstad naar tips en trucs.
Koers
‘We hebben een school vol jonge doeners,’ stelt Lionne Hones, teamleider zorg & welzijn en docente verzorging op het vmbo. ‘Zodra ze een beter beeld krijgen van wat en waar ze later kunnen werken zullen ze bewustere keuzes maken die hen naar een passend beroep leiden.’ En dus zocht het Vakcollege de samenwerking op met organisaties en bedrijven in de omgeving. De scholieren lopen er zo'n twee weken per jaar stage. Bij Lunetzorg bijvoorbeeld, dat zorg verleent aan verstandelijk beperkte cliënten. ‘Als je geen geduld hebt met mensen dan is het werken met verstandelijk beperkten wellicht niets voor jou. Goed om te weten, je kunt altijd je koers nog verleggen,’ meent Annelies Snieders die als docente verzorging de aanstaande werknemers in de peiling heeft.
Stage geeft de mogelijkheid tot een uniek kijkje in de keuken. Als het tegenvalt, weet je dat direct en kun je daar je studiekeuzes op aanpassen. Als het goed bevalt, is er zelfs meer mogelijk. ‘Een meisje liep het afgelopen jaar vrijwillig het gehele jaar stage bij Lunetzorg, naar tevredenheid van ons en de zorginstelling. Na de stage bij Lunetzorg heeft een medewerker van de instelling gastlessen verzorgd voor onze derdejaars leerlingen. Bij interesse van de scholieren kunnen ze een sollicitatiebrief schrijven om er stage te lopen,’ aldus de docente.
Buitenkans
In het Maxima Medische Centrum werden derdejaars leerlingen rondgeleid ter oriëntatie op de arbeidsmarkt. Er werken immers niet alleen maar dokters en ander hoogopgeleid personeel. Het bleef niet bij een verkenning, ze konden er meelopen met een voedingsassistent of een schoonmaker. Zo komen de scholieren op plekken die normaal gesproken maar weinig toegankelijk zijn voor jonge stagiaires. Het is een buitenkans die ze wel met beide handen aan moeten pakken en dat vereist passend gedrag en uitstraling.
Hones: ‘Communicatie is daarbij een zeer belangrijke beroepsvaardigheid in de sector zorg en welzijn. Op Vakcollege Eindhoven werken leerlingen vanaf leerjaar 1 aan competenties die hier mee te maken hebben zoals het respectvol omgaan met de ander, op de juiste wijze contacten aangaan en onderhouden, en presentatie. Dat betekent dat leerlingen o.a. door rollenspelen en praktische opdrachten zowel in –als buiten de school hiermee oefenen en hier ook op worden beoordeeld.’
Logische voortzetting
De eerste lichting die het gehele traject heeft doorlopen is voor een groot deel op het Summa College verder gaan zonder noemenswaardige aanpassingsproblemen: door de ruime praktijkervaring op het Vakcollege is de opzet van het schoolprogramma op het mbo een logische voortzetting. Bovendien zijn de leerlingen al reeds op het vmbo vertrouwd geraakt met het Summa College door schoolbezoeken. De manager onderwijs aldaar Willy Ickenroth heeft op haar beurt regelmatig overleg met de middelbare school gehad: ‘Het gaat erom hoe de leerlingen zélf de overgang ervaren,’ benadrukt ze. En dus gaat het in voorlichting en kennismaking niet alleen over houding en kennis, om dat wat er op een hoger niveau pedagogisch en didactisch van ze verwacht wordt, maar komen ook ogenschijnlijk kleine, praktische zaken aan bod. ‘Dat ze het gebouw al leren kennen,’ vervolgt Ickenroth, ‘dat ze weten dat een mentor op het mbo een loopbaanbegeleider heet.’
Vast staat dat Summa tieners zal treffen die meer gezien hebben van de arbeidsmarkt. Ze zullen makkelijker hun weg vinden in de praktijk en wellicht zullen ze ook een aangepast schoolprogramma treffen. ‘Bepaalde vaardigheden kunnen we wellicht al afvinken, wij moeten zorgen voor een sluitend en uitdagend schoolpakket,’ aldus Ickenroth. Ze houdt de mogelijkheden open: de Vakroute is ruim vier jaar oud en de samenwerking wordt doorlopend uitgebreid en bijgeschaafd. Zo ziet Snieders kansen voor een gastcollege van een mbo'er op haar school, terwijl Hones stagebegeleiding van een jonge pupil door een mbo'er een optie vindt om de begeleidingslast bij werkgevers weg te nemen. Ickenroth ziet meer uitwisseling tussen docenten als sleutel tot een soepele overgang: ‘Een warme overdracht door leerlingbegeleiders, en docenten die over en weer een dagje meelopen. ‘Zo blijven we op de hoogte van elkaars ontwikkelingen. Dat is belangrijk want niemand staat stil.’
Tekst: Erik Ouwerkerk