De Nederlandse investeringscultuur is niet toegerust op het investeren in innovatie in de high-techsector, zo blijkt uit een rapport van Euler Hermes, marktleider in kredietverzekering. Investeerders komen voornamelijk uit het buitenland terwijl Nederlandse investeerders terughoudend blijven.
De trend valt enerzijds te wijten aan de nasleep van de economische crisis.
Anderzijds duidt het op een bancair beleid waarin innovatie in de high-techsector geen hoge prioriteit heeft. Mogelijk is dit het gevolg van een moeilijk in te schatten rendementswaarde van dergelijke innovatie. Alleen wanneer er sterke garanties zijn of grote marktpartijen zich aan het project verbinden, zijn banken bereid om te investeren in de sector.
Organisaties in de high-techsector zijn afhankelijk van investeerders om innovatie te bekostigen. Het zogenaamde kostprijsplus-model, dat een winstmarge bovenop de som van materiaal-, personeels- en logistieke kosten rekent, laat geen financiële ruimte om zelf te investeren in innovatie. De sector kijkt hiervoor naar de overheid, die verschillende fondsen beschikbaar stelt. Deze fondsen zijn echter vaak niet toegerust op de specifieke behoeften en snelheid waarmee in de high-techsector gewerkt wordt.
Om te zorgen voor voldoende en goed opgeleid technisch personeel, werkt het kabinet samen met het onderwijs en bedrijven aan hogere instroom van techniekstudenten in het onderwijs, aan betere aansluiting van studie naar werk en aan het stimuleren van vakmanschap. Mede door deze samenwerking is het aandeel instromende bètastudenten aan de universiteit in de afgelopen tien jaar gestegen van 26 procent naar 35 procent. Het afgelopen studiejaar stroomde zo 19.123 studenten het universitaire technische onderwijs in. In het hbo is het aandeel technische studenten gegroeid van 18 procent naar 22 procent; 21.507 studenten per jaar. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage over het Techniekpact die het kabinet vandaag naar de Kamer stuurt. Daarin wordt geconcludeerd dat de arbeidsmarkt voor technische beroepen meer in balans komt, al zijn er nog steeds 28.000 openstaande vacatures voor bijvoorbeeld elektromonteurs en cybercrime specialisten.
Bron: Economische Trends en OCW