'3D-modeling' en '3D produceren', ‘Aardbeving bestendig bouwen’ of ‘Duits’. Mbo-studenten kunnen vanaf 1 augustus 2016 binnen hun opleiding zelf kiezen uit meer dan 400 nieuwe keuzedelen die hen beter moeten voorbereiden op hun werkplek van morgen. De mbo-scholen en het bedrijfsleven hebben op verzoek van minister Jet Bussemaker (Onderwijs) gekeken naar welke nieuwe speciale kennis en vaardigheden studenten in hun regio nodig hebben om een goede start te kunnen maken wanneer zij aan het werk gaan. Het middelbaar beroepsonderwijs krijgt hierdoor meer ruimte om het onderwijsaanbod af te stemmen op ontwikkelingen in hun regio, zodat de kansen op een baan voor afgestudeerde mbo-ers verder wordt vergroot. De grote uitdaging voor scholen is: hoe gaat het mbo dit organiseren? Kan de school gelijke tred houden met de dynamiek van de samenleving? En wie gaat de lessen in de keuzedelen geven? Hoe zal het gaan, zeker nu op meerdere momenten per jaar, de keuzedelen, die 15% van de opleidingstijd innemen, vervangen mogen worden.
Mbo-instellingen waren altijd gewend onderwijsprogramma’s te maken op basis van de kwalificatiedossiers. Dit kostte veel tijd maar de opleidingen konden een hele tijd vooruit. Met drie maanden doorlooptijd is de ontwikkeling van een keuzedeel veel sneller dan een compleet nieuw kwalificatiedossier. Ieder kwartaal kan het aanbod aan keuzedelen binnen een mbo-instelling worden aangepast. De meeste keuzedelen zullen door de eigen docenten worden gegeven. Voor hele specifieke vakken kunnen deskundigen uit de praktijk als docent worden ingezet. Dit vergt een ommezwaai in de tot nu gehanteerde denk- en uitvoeringswijze. Het betekent dat er onophoudelijk gewerkt moet worden aan actualisering van het bestaande of een compleet nieuw aanbod. En dat vraagt een type organisatie en medewerkers die dit kunnen realiseren.
Honderden nieuwe keuzedelen kunnen mbo-ers vanaf het nieuwe schooljaar in theorie meer perspectief op de snel veranderende arbeidsmarkt in hun regio. Mits er ook gekeken wordt naar de haalbaarheid. Minister Bussemaker toont zich optimistisch: ‘In een regio als Groningen ontwikkelt de arbeidsmarkt zich tenslotte anders dan in Utrecht. Ik wil scholen de kans geven om sneller in te spelen op actuele arbeidsmarktontwikkelingen, zoals 3D-printing, robotisering of de groeiende technologie in de zorg. Op die manier leiden we onze mbo-ers met de meest actuele kennis en vaardigheden op. Niet alleen vergroten we hun kans op werk, ook komen ze beter beslagen ten ijs op hun werkplek van morgen.’
Geen woord over hoe de scholen dit gaan organiseren. Maatwerk in het mbo is essentieel. Het tempo van vernieuwing in de samenleving is hoog en wordt niet minder. Verder neemt de internationalisering snel toe. Voor het bestaansrecht en de geldigheid van de diploma’s is het nodig dat de opleidingen niet achter de feiten aanlopen. Maar de overstap van een gefixeerd opleidingssysteem naar een flexibel systeem vraagt een ander type organisatie. En meer gespecialiseerde opleiders en docenten.