Paul van Meenen (D66) pleit ervoor dat studenten en docenten instemmingsrecht krijgen op de kwaliteitsafspraken op mbo-scholen. Kwaliteit van onderwijs is van belang en daar kun je afspraken over maken.
Het gevaar is echter wanneer zogenaamde kwaliteitsplannen en kwaliteitsafspraken van bovenaf worden opgelegd, juist de kwaliteit van de opleidingen van mbo-scholen wordt beperkt. Van Meenen: “De docenten en studenten zijn degenen die het beste zicht hebben op wat kwaliteit van hun onderwijs inhoudt. Zulke afspraken moet je niet met ingewikkelde bureaucratische regels van bovenaf opleggen. Deze scholen kunnen het beste in overleg met studenten en docenten bepalen wat kwaliteit is en hoe dat te verbeteren.” Vandaag wordt in de Tweede Kamer gesproken over kwaliteit in het mbo.
Taal- en rekentoets
Het kabinet stelt bijvoorbeeld voor dat het intensiveren van taal- en rekenonderwijs onderdeel gaat uitmaken van de eisen. Natuurlijk is een bepaalde basis van taal en rekenen belangrijk. Maar zomaar meer taal- en rekenonderwijs voor alle mbo-scholen draagt niet bij aan een verbetering van de arbeidsmarktkansen. Van Meenen: “Een timmerman moet bijvoorbeeld wel iets weten van hoeken en dat een rechte hoek 90 graden is. Maar die hoeft weer niet perfect de regels van ‘t kofschip toe te kunnen passen. Dat is voor een secretaresse weer precies andersom”. Zulk soort beroepsgericht maatwerk moet wat D66 betreft mogelijk blijven.
Opjaagpremie
Hoe het niet moet, ziet men nu bijvoorbeeld bij het hoger onderwijs. Daar zijn opjaagpremies ingesteld waarmee scholen en studenten worden aangezet zo snel mogelijk hun opleiding af te ronden. Het gaat alleen maar over zo snel mogelijk een student door de opleiding te jagen. De waarde en kwaliteit van de opleidingen heeft daar onder te lijden. Dergelijke opjaagpremies wil het kabinet echter ook op het mbo invoeren.
Bron: D66
Afbeelding: startupstockphotos.com