In het Algemeen Dagblad is op 11 september een artikel verschenen over de dreigende burn-out onder driekwart van de jongeren. Onderwijs is hier een grote factor van. Een derde van de jongeren voelt dagelijkse stress vanwege studie of school. Kamerlid Bergkamp (D66) stelde naar aanleiding hiervan vragen aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Martin van Rijn.
Lastig aan de beantwoording van de vragen is de definiëring van burnout. Een burn-out is geen klinische diagnose, zoals een depressie of angststoornis. Zodoende is het lastig aan te geven wanneer iemand (g)een burn-out heeft. Wel is er veel samenhang met de klachten van psychosociale problematiek. Een studie van het HBSC (gezondheid en welzijn van scholieren) wijst uit dat psychosociale problematiek is toegenomen tussen 2009 en 2013.
Staatssecretaris van Rijn gaf aan een beter beeld te willen krijgen van de psychosociale gezondheid van jongeren en de ontwikkelingen daarin. Door verschillende gegevens, vanuit verschillende organisaties samen te voegen kan er beter inzicht komen in diverse gezondheidsaspecten, waaronder de psychosociale gezondheid.
Vanwege de wisselende definiering is er geen beleid geschreven op de preventie en behandeling van een burn-out (bij jongeren). Wel op het vroegtijdig signaleren van psychosociale problematiek. Dit is een van de taken van het Jeugdgezondheidszorg. De JGZ werkt samen met het onderwijs, zodat problemen vroegtijdig gesignaleerd en geduid kunnen worden. Als hier aanleiding voor is wordt samen met de jongere gekeken wat er precies aan de hand is en wat de oorzaak daarvan is. Vervolgens wordt passende ondersteuning of hulp aangeboden.
De databank van het Nederlands Jeugdinstituut bevat geen bewezen effectieve interventies gericht op de behandeling van een burn-out (bij jongeren), vanwege de wisselende definiëring. Wel zijn er bewezen effectieve interventies gericht op psychosociale problematiek.
In het Nationaal Programma Preventie ‘Alles is gezondheid…’ wordt een burn-out onder jongeren niet expliciet genoemd. De problematiek behorend bij een burn-out krijg wel aandacht in dit Nationaal Programma, bijvoorbeeld het ‘Extra contactmoment voor adolescenten’. De samenwerking met ouders is hierin cruciaal.