Platform Profiel Actueel

Albeda College: Begeleiders Op School helpen start

Albeda College: Begeleiders Op School helpen startende docenten

1 apr 2016 | Nieuws

Veel beginnende mbo-docenten haken binnen vijfjaar af. Ze lopen vast door beroepsstress. Vergeleken bij ervaren collega’s missen zij vaardigheden zoals orde houden en motiveren van studenten. Daardoor voelen zij zich onzeker in hun functioneren.  Om hen te versterken in hun lerarentaak ondersteunt het Rotterdamse Albeda College hen in het coaching traject Begeleider Op School (BOS), met onder andere lesbezoeken en gezamenlijke lesvoorbereiding.

Na een kwartier was iedereen klaar met de opdracht. Nog een vol uur te gaan… Haar eerste les in het vak  methodische vaardigheden aan een derdejaars examengroep op de toenmalige opleiding Sociaal Pedagogisch Werk( niveau 4) zal Nienke van Hensbergen, docent aan de opleiding Maatschappelijke Zorg en BOSser aan het Albeda College altijd bijblijven: ‘Ik kwam uit de gehandicaptenzorg en had nooit voor de klas gestaan. Ik moest gelijk een methodiekvak geven, waarvan ik nog nooit had gehoord. Ik dacht dat er een kant-en-klaar lesplan zou liggen, maar ik moest het helemaal zelf bedenken, op basis van een lesplanner. Ik dacht de groep lekker aan het werk te zetten met een opdracht met veel verwerkingsvragen. Niet mijn beste les. ’  

Nienke was daarom blij met de begeleiding van haar BOSser: ‘Alleen in een lokaal is toch heel eenzaam. Ik vond het als beginner fijn om bij iemand terecht te kunnen die de tijd voor je heeft. Dit hoor ik ook terug van mensen die ik nu zelf als BOSser begeleid. Mijn BOSser dacht met me mee, gaf feedback,  als ik ergens tegen opliep bespraken we hoe het anders kon en zij wees mij op dingen die ik goed deed en beter konden.’

Veel beginnende docenten verlaten het vak wegens afnemend zelfvertrouwen. Hun lessen verlopen moeizaam omdat zij vaardigheden missen, zoals het voeren van een efficiënt klassenmanagement, helder en gestructureerd uitleggen en activeren van leerlingen. Op dit gebied lopen zij achter bij ervaren collega’s: bij afstemming van onderwijs op verschillen tussen studenten, bijbrengen hoe zij iets moeten leren, maar ook bij relatief eenvoudige vaardigheden zoals het creëren van een veilig en stimulerend onderwijsleerklimaat.

 ‘Als beginner is het fijn om bij iemand terecht te kunnen die de tijd voor je heeft.’

‘Om lesstof over te dragen moet er een klik zijn tussen docenten en studenten’, zegt Anton de Leeuw, opleider van BOSsers, en HR-adviseur Ontwikkeling aan het Albeda, ‘voor beginners is het moeilijk evenwicht te vinden tussen een goede verstandhouding en grenzenstellen. Meestal is er weinig leeftijdsverschil met over het algemeen behoorlijk mondige studenten, waarop zij vaak nauwelijks zijn voorbereid. Lerarenopleidingen besteden pas sinds kort aandacht aan lesgeven in het mbo.’

Om nieuwelingen bij hun competentieontwikkeling steun te bieden van ervaren collega’s, startte het Albeda College tien jaar geleden de leergang Begeleider op School (BOS), gericht op beginners, zijinstromers, stagiaires, overstappers naar een nieuwe locatie of branche, en vastlopende ervaren docenten. Na een training van een jaar begeleiden BOSsers hun collega’s met coachgesprekken, lesbezoeken, nabespreking, gezamenlijke lesvoorbereiding, en portfoliobegeleiding.

Zij helpen docenten reflecteren op onderdelen van hun functioneren en deze, waar nodig, middels een gerichte aanpak te verbeteren, zodat zij zich na verloop van tijd stevig genoeg voelen om goed les te geven, en verankerd zijn in het onderwijsteam.  

Samen met hun BOSser, en tijdens intervisiebijeenkomsten, reflecteren docenten op hun handelen, waarbij ervaringen methodisch worden besproken en naar behoefte pedagogische en didactische onderwerpen worden behandeld.

Eigen persoonlijkheid

De focus ligt bij dit alles op gebruikmaken van de sterke kanten van de docenten. Eigen persoonlijkheid van de docent is daarbij cruciaal.

‘Het gaat erom wat goed gaat in een les’, schetst Brigitte Booij, die lesgeeft aan het Startcollege van het Albeda (dat entreeopleidingen aanbiedt), waar zij als BOSser een zijinstromer en een stagiaire begeleidt. ‘Wat gaat goed en hoe bouw je dat uit, in plaats van: wat ging er mis en hoe kan dat anders?’

Nienke vond hier baat bij: ‘In het begin van mijn carrière had ik moeite om de aandacht vast te houden. Met mijn BOSser besprak ik de lessen, die zij achterin het lokaal bijwoonde. Het viel haar op dat de groep op bepaalde momenten wél luisterde. Hoe deed ik dat? Daar stonden we bij stil. Ik besefte dat het goed ging op de momenten dat ik concrete voorbeelden gaf en vragen stelde. De oplossing kwam uit mezelf. Daarop voortbouwend leerde ik mij in studenten verplaatsen. Wat willen zij leren en hoe? Eerst dacht ik te veel vanuit mijn eigen mbo-tijd. Verwerkingsopdrachten met vragen vond ik altijd hartstikke leuk, maar dat geldt niet voor iedereen. Toen ik merkte dat ik de aandacht te pakken had met vragenstellen, ging ik verwerkingsopdrachten maken in de vorm van interviews, rollenspel en quizvragen. De les liep meteen veel beter. ’   

Brigitte: ‘Een lesstijl moet bij iemand passen. Doe je professionele identiteit geen geweld aan. Ik begeleidde een docent die net zo’n strakke structuur in zijn lessen wilde als sommige van zijn collega’s. Maar de wat lossere lesstijl was hem nu eenmaal eigen. Hij kwam erachter dat hij meer structuur in zijn lessen kon brengen als hij ze beter voorbereidde. Het gaat nu goed, terwijl hij toch zijn eigen stijl hanteert. Een eyeopener.’

Om zich te blijven professionaliseren volgen BOSsers vier keer per jaar intervisiebijeenkomsten, waarbij zij praktijkervaringen uitwisselen, en daarnaast twee halfjaarlijkse bijeenkomsten met trainingen en workshops.

‘Daar valt echt iets te halen’, vindt Nienke, evenals Brigitte een enthousiast deelnemer, ‘je leert van elkaar en wordt gevoed met nieuwe kennis, bijvoorbeeld om met verschillende waarnemingsposities naar bepaalde situaties te kijken, zodat je een andere kijk krijgt op problemen waar je tegenop loopt.’

Het is nog te vroeg om te constateren dat het aantal vastlopende docenten sinds de invoering van BOS bij het Albeda is gedaald. Wel merkt Sanneke Koot (medewerker HR) een groeiend animo onder docenten om de BOS-leergang te gaan volgen: ‘Het zijn vaak docenten met interesse in het begeleiden van anderen.’

Een gunstige ontwikkeling, vindt Anton de Leeuw: ‘BOS- ‘ers hebben meerwaarde voor het hele docententeam. Elk team zou er één moeten hebben.’

Informatie: Sanneke Koot s.koot@albeda.nl

Tekst: Profiel - Ineke Westbroek

 

 

 
 

 
Meer over
 
sei6249.jpg
15 apr 2016

Minister opent 'Elk talent telt!'

Elk talent telt!
verus.gif
6 apr 2016

‘Overheid: bewaar meer afstand tot het MBO'

Overheid, bewaar meer afstand tot het mbo
cinop.jpg
29 mrt 2016

CINOP Lentesessie 2016: Onderwijsstelsel mag ontwikkelingen niet belemmeren

Onderwijs in goede banen, beter door de keten! was het credo van de jaarlijkse CINOP Lentesessie 2016.
Themadag Profiel: De kracht van het onderwijs als
22 mrt 2016

Themadag Profiel: De kracht van het onderwijs als cruciale, verbindende omgeving

De kracht van het onderwijs als verbindende omgeving
Magisch Mondriaan - Symposium versterkt onderlinge
18 mrt 2016

Magisch Mondriaan - Symposium versterkt onderlinge betrekkingen personeel

Magisch Mondriaan - Symposium versterkt onderlinge betrekkingen personeel

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies