Na de noodzakelijke schaalvergroting van het mbo, heeft de politiek de nieuwe instellingen te weinig tijd gegeven om op te bloeien. Dat zegt dr. Renée van Schoonhoven tegen Verus Magazine. Vrijdag spreekt zij haar oratie uit. Van Schoonhoven bekleedt de Leerstoel Onderwijsrecht met betrekking tot het beroepsonderwijs.
De leerstoel is ingesteld door de Vrije Universiteit Amsterdam en mogelijk gemaakt door de Stichting Bijzondere Leerstoelen Onderwijsrecht, een stichting die mede door Verus wordt gedragen.
Schaalvergroting noodzakelijk
Verus Magazine sprak professor Van Schoonhoven onlangs. In dit interview, dat in het mei-nummer verschijnt, zegt zij dat de schaalvergroting van het middelbaar beroepsonderwijs een noodzaak is geweest, waarover destijds goed is nagedacht. De enorme toename van deelnemers aan het mbo tot ruim een half miljoen mensen kon daarom behoorlijk worden verwerkt.
Te weinig tijd gekregen
“Maar”, zegt ze, “er is te weinig tijd genomen om de nieuwe instellingen te laten opbloeien. Te snel kwam de politiek, vanwege veranderingen in de economie, met nieuwe initiatieven, zoals ten aanzien van de kwalificatiestructuur die eerst competentiegericht en later weer beroepsgericht moest worden.”
Belangen mbo harmoniseren
Dit is een voorbeeld van gedetailleerde bemoeienis die van de overheid uitgaat, terwijl zij meer op afstand kan blijven staan. Volgens Van Schoonhoven is het aan de mbo-sector zelf om de vele belangen te harmoniseren, die met dit onderwijs gemoeid zijn.
Deze harmonisatie noemt zij “een groepslogica van belanghebbenden”. Deze vinden elkaar in een manier van doen. En dat gebeurt op het niveau waarop vooral leraren bezig zijn, samen met stagebedrijven. De overheid zou dat ruimhartiger kunnen ondersteunen en zich minder met de uitvoering moeten bemoeien.
bron: verus.nl