Diversiteit is nauwelijks terug te vinden in het technisch onderwijs. Dat moet en kan anders vindt de organisatie Techniektalent.nu, een samenwerkingsverband van technische sectoren in opdracht van werknemers- en werkgeversorganisaties. Met als doel: jongeren enthousiasmeren voor de techniek en daarmee technisch talent te winnen voor de technische sectoren.
De juni-uitgave van Actuele Onderwerpen (AO) is gewijd aan het onderwerp. Het AO licht er twee groepen uit die in het techniekonderwijs ondervertegenwoordigd zijn: meiden en migrantenjongeren. Hoe win je deze jongeren voor een loopbaan in de techniek?
Het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt stijgt en in sommige delen van het land is meer dan de helft van de jongeren van niet-westerse afkomst. Alleen al in Amsterdam zijn 178 nationaliteiten neergestreken, en daarmee staat onze hoofdstad boven aan de wereldranglijst van culturele diversiteit. Die veranderingen zijn nog nauwelijks terug te zien in het technisch onderwijs. Terwijl in die opkomende groepen ook veel technisch talent te vinden is. Waarom zou je dat laten liggen? Deze AO-uitgave wil een stimulans voor meer diversiteit in techniekonderwijs zijn.
Diversiteit is in de samenleving van vandaag een gegeven. Wordt die diversiteit goed benut, dan leidt dat tot meer creativiteit en productiviteit. Tot een open en flexibele sfeer en verhoogde motivatie. Dat begint al op scholen, en werkt door in organisaties. Die dankzij diversiteit hun innovatievermogen vergroten en beter in kunnen spelen op hun klanten. Die vormen zelf namelijk net zo min een homogene groep.
Iliass El Hadioui, als socioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam: ‘Scholen die diversiteit serieus nemen en er energie in steken, zijn spekkoper. Niet alleen omdat je zo meer potentieel talent aanboort en bredere inzichten krijgt, maar ook in economische termen. Diversiteit wordt een steeds groter onderdeel van ons bruto nationaal product: we geven ons geld uit bij het wokrestaurant met halalvlees,bij de multicultikapper. Er ontstaan allerlei nieuwe, hybride verdienmodellen in de samenleving. Het zou een gemiste kans zijn als je daar als opleiding niets mee doet.’
Behalve migrantenjongeren zijn ook meisjes sterk ondervertegenwoordigd in het techniekonderwijs. Zeker op het mbo. Op de beroepsopleidende leerweg (BOL) is het aandeel meisjes tussen 2009 en 2014 langzaam geklommen van 24,2 naar 26 procent. De beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waarbij leerlingen 60 tot 80 procent van hun studie werken en één of twee dagen naar school gaan, staat er als meidenmagneet nog veel slechter voor. Het aandeel meisjes in zo’n traject schommelt al jaren tussen een schamele 4 en 5 procent. Terwijl er genoeg meiden zijn met technisch talent.
U kunt dit AO bestellen, klik hier