Het is opvallend hoe vanuit ons perspectief bij Kennis- en Informatieplatform Profielactueel in het beroepsonderwijs in visies van scholen, in onderwijsteams en in onderzoeksprojecten van lectoraten de nadruk wordt gelegd op ‘verbinding’. De berichten en bijdragen die we in het vaktijdschrift, de website en in de e-nieuwsbrief van dit platform plaatsen gaan natuurlijk over o.m. innovatieve ontwikkelingen binnen onderwijsorganisaties en hun contacten met de beroepsonderwereld. Veel bijdragen gaan in op (resultaten van onderzoek naar) het contact tussen docent en student, en over wat de docent daarin beweegt en wat er nodig is voor dat contact.
In artikelen kom je termen tegen als 'de ziel van de professional', 'de professionele en persoonlijke dimensie staan niet los van elkaar', maar ook 'Deep democracy', als term voor groeps- en teamwerken en termen als 'veranderen' en 'het verbinden van hoofd, hart en handen'. Een artikel betreft de veerkracht en bekrachtiging van de entreeleerling, de meest kwetsbare categorie leerlingen in het mbo. Een ander gaat in op burgerschapsonderwijs, hoe geef je dat?
We publiceren over de toenemende aandacht voor duurzaamheid en verduurzaming van het onderwijs en de beroepswereld. In elke uitgave publiceert de Coëperatie Leren voor Morgen een artikel over duurzaamheid in het mbo.
Het beroepsonderwijs en haar professionals bereiden de jonge generatie voor op een rol en functie in de samenleving en de vraag is niet alleen: hoe kunnen we haar of hem zo goed mogelijk leren koken, vormgeven of windmolens bouwen? Maar ook, op welke verbindende wijze doen we dat? Onderwijs wordt verbonden met de vraag: voor welke toekomst kiezen we? In welke samenleving? Hoe kunnen we via praktische beroepsonderwijs kwetsbare groepen ondersteunen en meer samenwerking en gemeenschapszin wekken? En wat vinden met name studenten hiervan? Wat is zijn of haar standpunt?
Zestig jaar geleden zetten studenten wereldwijd zich in tegen de Vietnamoorlog en voor wereldvrede en voor meer individuele vrijheden. Tientallen Afrikaanse landen dekoloniseerden, we kregen de Noord-Zuid dialoog, meer en meer mensen begonnen te reizen, er was sprake van een ongekende mobiliteit, consumptiedrift en kennismaking met andere culturen. De laatste 10-15 jaren is er meer en meer aandacht voor een leven in diversiteit, gezond(e) voedsel(productie), een kritische blik op globalisering en aandacht voor de klimaatcrisis en de toekomst van de planeet. In het onderwijs zien we een grote aandacht voor het welzijn en de gezondheid van studenten en docenten die onder druk staan door de structuur van onze economie die de nadruk legt op productie, prestatie en ‘meer, meer, meer’.
Aspecten als welzijn en gezondheid - van individu en gemeenschap - zijn weer komen bovendrijven. Niet in het laatst vanwege de Covid-pandemie. Wat zichtbaar wordt is de aandacht voor de verbinding – tussen individu en omgeving, individu en natuur, student en docent, tussen collega’s. Dat mag je in een samenleving die zich kenmerkt door een verminderd kerkelijke gezindheid, misschien wel een ‘religieus besef’ noemen. Er is aandacht voor een cultuur waarin wordt gezocht naar en gewerkt aan balans, een evenwicht teneinde verbindingen gezond te houden.
Die inspanning vraagt om bewustwording, om bereidheid tot zelfonderzoek en gezamenlijk onderzoek, rekening houden met de ander. We zijn van elkaar afhankelijk en, in grote verband, van de planeet die ons in alles voorziet. En het is van belang dat dit religieus besef meer en meer doorsijpelt in de economie, de innovaties, de politiek en in de samenleving als geheel. De nationale en internationale impuls voor een transformatie van fossiele naar andere vormen van energie is alleszeggend. Elektrische auto’s hadden 30-40 jaar geleden al een impuls kunnen krijgen. Maar een cultuur moet ook sterk genoeg zijn om tot nieuwe politiek en productiemethoden te komen. De beurt is nu ook aan de landbouw, naar technologie en productie die recht doen aan de natuur.
Het eeuwenlang in stand gehouden credo van ‘nooit genoeg’ met de nadruk op de individuele behoeften en verlangens betekenden een breuk met de natuur. De natuur werd dienstbaar gemaakt aan het individu en diens politiek van ‘meer, meer, meer’. Die breuk moet en kan worden hersteld. We zagen tijdens de pandemie en de lockdowns hoe de natuur op tal van plaatsen in de wereld zich herstelden. Het religieus besef houdt onder meer in dat we ons als individu onze onlosmakelijk afhankelijkheid van die natuur realiseren. De natuur is niet buiten ons – het is die natuur die ons leven geeft. We ademen letterlijk natuur. We eten natuur. Je zou kunnen zeggen: we zíjn het. Dat besef kan ons helpen in het balanceren naar een ‘genoeg’.
Foto: Colton Sturgeon - Unsplash