Op 6 juni jl. heb ik het werk even neergelegd en stilgestaan bij de historische betekenis van die dag. De invasie in Normandië, D-Day. Honderdduizenden geallieerde troepen staken die dag en in de dagen daarna per boot of vliegtuig het Kanaal over. De slag om Europa was begonnen. Opperbevelhebber Eisenhower, de latere President van de VS (’52-’60) schreef in de nacht waarop de troepenverplaatsing begon een brief voor als de invasie zou mislukken. Hij nam daarvoor – bij voorbaat – alle schuld op zich. Het geeft aan hoe onzeker de situatie en de uitkomst waren. En dat we de bevrijding van Europa van Hitlers troepen nooit als een vanzelfsprekendheid kunnen aannemen.
De democratie zoals we die nu kennen, is in de naoorlogse decennia in hoge mate door de geallieerde inspanningen gevormd. Denk aan de Europese samenwerking en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Ik heb er al eerder over geschreven en ik blijf dat doen. De generatie die voor en tijdens WOII werd geboren, sterft langzaam uit. Mijn grootouders vertelden erover. Ik blijf me de verhalen van mijn opa die in Zuid-Limburg woonde en na de Duitsers de Amerikanen zag komen heel goed herinneren. Voor ons - de naoorlogse generaties - is het onvoorstelbaar dat we onder een bezettingsmacht zouden moeten leven.
Democratie en vrijheid behoren tot het hoogste goed in onze samenleving. Maar democratie en vrijheid is geen persoonlijk bezit. Het zijn waarden die we ons eigen dienen te maken en dienen te onderzoeken en voor te leven. Alleen daardoor worden ze zichtbaar en kunnen ze de cultuur en het klimaat in een land bepalen. Ze vragen niet om uitsluiting van de ander, ze gedijen pas bij ruimte, jezelf in de ander zien, eenheid. Ze vragen om het leren van kennen van eenheid en de samenhang der delen. Om solidariteit, ook in veranderende situaties. Want verandering is een wezensmerk van ons bestaan. Historie gaat vooraf aan de actualiteit en de manier waarop we daarmee omgaan de dag van morgen. Stilstaan bij de historie, wat anderen voor ons deden en doen en hoe afhankelijk we van elkaar zijn is belangrijk.
Ben Claessens
hoofdredacteur