Uit onderzoek onder 600 human-resourcemanagers noemt 97 procent stress als grootste bedreiging. Van alle verzuim is 50-60% te wijten aan stress. Recente krantenkoppen spreken voor zich: 'Ouderen ondervoed door hoge werkdruk verpleeghuis' – nrc; 'Werkdruk ambulancebroeders Amsterdam te hoog' nrc; Dierenbescherming kan werkdruk niet meer aan – de Volkskrant.
We weten dat een zekere mate van stress gezond kan zijn cq is. Een overmaat gedurende langere tijd tast de gezondheid en het concentratievermogen aan. Welvaartsziekte heet dit, opmerkelijk genoeg. De WHO spreekt van een wereldwijd om zich heen grijpende epidemie. Minister Asscher van Sociale Zaken deed recent een poging voor een anti-stress campagne. Maar zo werkt het niet. Een epidemie bestrijd je niet met een campagne, ook niet met een medicijn maar door de wortel van het probleem aan te pakken, te beginnen met een andere levens- en werkhouding.
Er ‘moet’ heel veel. In een 5-regelige inleiding van een recent extern persbericht kwam ik zojuist 5 keer het woord ‘moeten’ tegen. Het zal onbewust neergeschreven zijn maar het is wel typerend. Het woord ‘moeten’ wordt veel gebezigd, bijvoorbeeld in de ambtelijke wereld. Ook mbo-scholen moeten veel. Ze worden afgerekend op studiesucces, op vsv, op intensivering van taal en rekenen, op professionele ontwikkeling van docenten. Velen in de sector trachten, niet zelden op verkrampte wijze, te voldoen aan een op economische motieven gefundeerd beeld van goed werknemerschap. Voor veel mensen zijn de door de WHO als epidemisch genoemde stress en depressie dan de logische gevolgen.
De minister van OCW heeft het recht eisen te stellen aan het onderwijs (ik zeg niet ‘moet’). Maar ik vraag me af waarom politiek en overheid niet ook eens kunnen meedenken over die wat andere levens- en werkhouding. Wil niet elke politicus en ambtenaar dat zijn of haar kind, zijn of haar partner, een gezonde en gelukkige toekomst heeft? Laten we de menselijke maat terugbrengen, van bovenaf minder dreigende en juist meer stimulerende taal bezigen en vertrouwen op het gezond verstand van de collega’s in de sector. Met andere woorden, de overstap maken van moeten naar ont-moeten.