De meest primitieve "oplossing" van een verschil van opvatting, klein of levensgroot,
is: dood de opponent. Deze simpele benadering kennen we al sinds Kaïn
Abel doodsloeg. Wat afgelopen november gebeurde, wordt echter in het verlengde
geplaatst van het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting. De discussie
kan evenzo gekoppeld worden aan de eertijdse opvattingen van Spinoza, De Sade
en Solzjenitsyn.
Daan de Neef vertelt over deze drie opmerkelijke figuren, hun tijd, hun context, en
legt verbanden met het leven en lot van Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali en Theo van
Gogh.
De verbindende schakel die hij ziet, is de drang naar vrijheid.
Een bijdrage aan het plaatsen van de novembergebeurtenissen in een ruimere
context.
Inhoudsopgave
4 Bedreigde journalisten, geslagen journalisten
6 Spinoza, de ‘Sefardische Grande’
11 De Sade (1740-1814) en de grenzen van het fatsoen
14 De twintigste eeuw
17 Fortuyn en Hirsi Ali
20 Van Kant tot Cliteur
21 Tot slot