De Kerst ligt al weer weken achter ons. Of toch niet? We ervaren het niet altijd zo, maar een viering als het Kerstfeest gaat qua betekenis wat verder dan de twee dagen in december. Hetzelfde geldt voor Carnaval en andere evenementen met een traditioneel religieuze achtergrond, dat geldt voor de Christelijke maar evengoed voor een andere religie die men belijdt. Christelijke religieuze dagen liggen weliswaar verankerd in de wet als vrije dagen, maar het zijn dagen die (voor mij) hun basis en betekenis vinden in algemene levensverhalen. Het betreft hier vieringen die in de kern verwijzen naar ons leven, naar de verhouding tussen mens en bestaan, meer nog, naar hoe we naar eer en geweten vorm en inhoud geven aan het leven.
Kerst is de viering van de boom van licht als zijnde het symbool voor het levenslicht, en van de (weder)geboorte van dat licht in de mens. We hebben als levende getuigen daarvan daarmee een kostbare band te onderhouden, namelijk die van onszelf met dit bestaan, een bestaan dat alles en iedereen omvat. Tijdens de Kerst vieren we dan ook de saamhorigheid, de Vrede op aarde, de geboorte van het Kerstkind. De originele boodschap is niet dat we ons voeden met de aanbiedingen en menu’s van Albert Heijn of Deen, maar met het geestelijk brood, het voeden van het bewustzijn dat we in de geest met alles en iedereen verbonden zijn. En dat we kunnen leven vanuit de inspanning om op goede voet met de omgeving te staan of in conflict daarmee. De vraag is elke dag opnieuw: Kan ik in de verdeelde wereld waarin ik leef en werk de natuurlijke eenheid waarin we allen staan in oprechtheid onderhouden? De boom licht op voor mijn ogen als ik het leven recht doe en die eenheid ervaar en dooft zodra ik in conflicten en verdeeldheid verdwaal. Dat is de uitdaging van de geest van Kerst in het leven van alledag. Kunnen we ook nu en in de rest van het jaar in ons leven het licht van de boom ervaren?