Zeeland voorziet de komende 10 jaar een daling in de beroepsbevolking van 16.000-17.000 personen. Veel Zeeuwse jongeren verlaten de provincie om elders te studeren en zij komen niet meteen terug. En hoewel mensen steeds langer blijven doorwerken, gaat van de sterk vergrijsde beroepsbevolking in Zeeland een belangrijk deel met pensioen. Tegenover de uittreders op de arbeidsmarkt staan minder schoolverlaters die op de Zeeuwse arbeidsmarkt instromen.
De Provincie Zeeland heeft naar analogie van maar niet identiek aan het Nederlandse topsectorenbeleid een negental speerpuntsectoren benoemd: 1. Agro en food 2. Biobased 3. Logistiek 4. Maintenance 5. Water 6. Zorg 7. Energie 8. Vrijetijdseconomie 9. Seafood, visserij en aquacultuur. Een derde van alle Zeeuwse bedrijven behoort tot een speerpuntsector, en daar zijn meer dan de helft van de banen in Zeeland te vinden. Het zijn sectoren waarin vooral banen op mbo-niveau zijn te vinden. Behalve in de zorgsector zijn mannen in de speerpuntsectoren sterk oververtegenwoordigd. De verwachting is dat tot 2018 het aantal baanopeningen ruim achter zal blijven bij de arbeidsmarktinstroom. Het arbeidsmarktperspectief voor schoolverlaters is gunstig voor mbo- en hbo-schoolverlaters vooral in groen-, techniek en zorg.
Enkele punten:
- In 2040 zal Zeeland volgens de prognose uitkomen op een bevolkingsomvang van 360.000, gelijk aan het niveau van begin jaren '90 van de vorige eeuw;
- De ontwikkeling van de verschillende leeftijdsgroepen is echter ingrijpender van aard en omvang. Het aantal jongeren neemt licht af, het aantal personen tussen 30 en 60 neemt sterk af, terwijl het aantal mensen tussen 60 en 80 sterk toeneemt, het percentage 80-plussers gaat zelfs verdubbelen;
- De bevolkingsomvang van de regio's Zeeuws-Vlaanderen, Schouwen-Duiveland en Walcheren krimpen, die van Tholen groeit tot 2020 nog licht. De Bevelanden blijft voorlopig groeien;
- De bevolkingsdaling voor Zeeland wordt voornamelijk veroorzaakt door het geboortetekort of wel het sterfteoverschot;
- Door individualisering en het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen ontstaan er in de toekomst steeds meer eenpersoonshuishoudens, met name in de oudere leeftijdsgroepen. Het aantal huishoudens met als hoofdbewoner en leeftijd tussen 30 en 60 neemt tot 2030 af met ongeveer 13.500. Het aantal huishoudens met als hoofdbewoner een persoon van 8- jaar of ouder neemt het sterkst tot 2030 met ruim 10.000;
- De potentiële beroepsbevolking neemt sinds 2012 af. Tot 2040 neemt de omvang van de potentiële beroepsbevolking (15-67 jarigen) naar verwachting met 30% af.
Bron: provincie Zeeland foto: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Harry van Reeken