Het kabinet stelt 300 miljoen euro extra beschikbaar voor de culturele sector. Met deze steun worden culturele instellingen die van vitaal belang zijn voor de sector, door de financieel zware eerste maanden van de coronacrisis heen geholpen. En hiermee worden ze ook in staat gesteld te investeren in het komende culturele seizoen. Zo steunt het kabinet de culturele sector en houdt het unieke Nederlandse artistieke product in stand. Ook kan door deze aanvullende ondersteuning de werkgelegenheid in deze sector zoveel mogelijk worden behouden.
Minister OCW: 'Seizoen culturele sector verloren'
"Dit seizoen is voor de culturele sector helaas toch echt verloren." Dat zegt minister Ingrid van Engelshoven van OC&W (D66) in een gesprek met platform Arbeidsmarkt Culturele en Creatieve Toekomst (ACCT) bij het ministerie in Den Haag. "Het zijn kosten die je niet later kunt terughalen. Je kunt dit seizoen niet zomaar in het najaar spelen." Klik hier voor het hele artikel?.
Minister Van Engelshoven (Cultuur) is blij met het extra geld voor deze sector. ,,Cultuur doet ertoe. Juist in deze tijd van crisis blijkt hoe belangrijk kunst is: om troost, afleiding en hoop te bieden. Ook het kabinet is daarvan doordrongen en stelt daarom extra geld beschikbaar boven op de generieke maatregelen.’’
Het nu gerealiseerde pakket van 300 miljoen euro is aanvullend op de eerdere maatregelen. ,,Dit pakket heeft vooral als doel instellingen te steunen die essentieel zijn voor de sector als geheel’’, aldus minister Van Engelshoven. ,,Door juist deze cruciale culturele organisaties nu te steunen, kunnen zij er na de crisis voor zorgen dat de opdrachtenstroom, ook richting zzp’ers, weer op gang komt.’’ De minister wil zo snel mogelijk starten met de uitvoering van deze maatregelen.
De 300 miljoen euro extra is opgebouwd uit vier onderdelen. In de eerste plaats wordt geld ingezet voor het ophogen van de subsidies voor instellingen in de culturele basisinfrastructuur en voor instellingen en festivals die meerjarig worden ondersteund door de zes rijkscultuurfondsen.
Voor het verhogen van bestaande leenfaciliteiten bij het Nationaal Restauratiefonds voor rijksmonumenten trekt het kabinet ook geld uit. Ten derde krijgen de zes rijkscultuurfondsen budget voor ondersteuning van cruciale instellingen in de keten die vooral in regio’s en steden de culturele infrastructuur dragen, zoals belangrijke gemeentelijke en provinciale musea, (pop-)podia en filmtheaters. Het vierde onderdeel zorgt ervoor dat de leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen worden verhoogd. Cruciale private partijen in de keten, zoals vrije theaterproducenten, commerciële festivals en kunstgaleries, kunnen bij Cultuur+Ondernemen terecht. Voorwaarde om in aanmerking te komen is dat voor hen de generieke maatregelen maximaal zijn benut.
Foto: Tyler Calahan - Unsplash