Volgens onderzoek van de Kamer van Koophandel Rotterdam (2013) zijn er in potentie 280.000 stageplaatsen voor jongeren in het kleinbedrijf. Een enorm potentieel dat nog niet wordt benut. En denk ook eens aan alle burgerinitiatieven, nieuwe coöperaties en sociale ondernemingen. Ook daar liggen kansen voor jongeren om te leren en te werken. Deze mogelijkheden kunnen slim worden benut, vooral voor jongen zonder startkwalificaties. Aldus onderzoeker en auteur Fieke Roozen in het onafhankelijke mbo-vakblad Profiel.
Win-win-win-win-win situatie
Er zijn voldoende aanknopingspunten voor scholen en gemeenten om op regionaal niveau aansluiting te zoeken bij kleinschalige initiatieven en de gezamenlijke businesscase uit te werken. De voordelen op een rij:
-
Jongeren die niet in de schoolbanken willen of kunnen zitten, kunnen via het meester-gezel model zich beter handhaven op de arbeidsmarkt en wellicht via een bbl-traject zich verder scholen.
-
Het kleinbedrijf krijgt na een periode van investeren een bekwame medewerker in zijn bedrijf. Als kleinbedrijven zich bundelen kunnen ze kosten en benodigde expertise delen, elkaar versterken en via gezamenlijke marketinginspanningen hun maatschappelijke betrokkenheid profileren.
-
Scholen benutten het potentieel aan mogelijkheden van en voor ‘hun’ jongeren.
-
De ambachtelijke sector en het regionale bedrijfsleven profiteert van de versterking van het aanbod aan vakkrachten, zowel kwalitatief als kwantitatief.
-
Voor de gemeente betekent iedere jongere die een baan weet te vinden en te behouden een duurzame verlichting van de uitkeringsdruk. Het sociaal kapitaal van zowel de deelnemende individuen als de wijk neemt toe door een netwerkbenadering. Hiernaast zijn er bijkomende ‘inverdienkosten’ op het gebied van zorg en criminaliteit als jongeren een reëel arbeidsperspectief wordt geboden.