Het Summa College in Eindhoven heeft sinds 2010 twee opleidingen: Rock City Institute en Metal Factory. Stuk voor stuk mooie opleidingen met in het totaal 120 studenten. Klein maar fijn. En bijzonder succesvol. Want de MBO Keuzegids riep beide opleidingen al vijf jaar op een rij uit tot de beste mbo-muziekstudies van Nederland. En binnenkort komt er een derde opleiding bij: Music Production Lab. Omdat Summa College de creatieve sector ziet groeien, landelijk en internationaal.
Macrodoelmatigheid versus de realiteit
Drie jaar geleden zette de commissie macrodoelmatigheid landelijk een dikke streep door opleidingen voor artiesten. Uit onderzoek zou zijn gebleken dat afgestudeerde acteurs, musicalperformers, dansers en muzikanten amper in het gekozen vak aan de slag konden komen. Vanwege de macrodoelmatigheid zouden de succesvolle opleidingen van Summa College en andere aansprekende artiestenstudies in het land moeten stoppen. Na veel protest uit de branche werd uiteindelijk besloten tot inkrimping van het opleidingsaanbod.
Maar de zogeheten macrodoelmatigheid blijft kleinere mbo-opleidingen parten spelen. Pakweg tweeduizend studenten volgen een opleiding die geen bestaansrecht zou hebben, volgens de commissie macrodoelmatigheid. ‘Onterecht’, oordelen Rianne Coppelmans en Margreet Monhemius, directeuren Creatief Vakmanschap van het Summa College in Eindhoven. ‘De argumenten zijn achterhaald. Bovendien doet het geen recht aan de bijzondere positie van Eindhoven op het snijvlak van creativiteit en techniek’.
Effectiviteit opleiding
Uit een recente studie blijkt dat de situatie niet alleen anders, maar ook gunstiger is dan de commissie schetste in 2018. De commissie Macrodoelmatigheid keek naar de economische zelfstandigheid van afgestudeerden na één jaar. Daarbij was het uitgangspunt dat de alumni bij een werkgever in dienst waren. Maar zo werkt dat niet in de kunsten. Veel muzikanten, artiesten en dansers zijn ZZP’er. De norm zou dan ook moeten zijn of afgestudeerden in het gekozen vakgebied werken, niet of ze bij een werkgever in dienst zijn. Dat is niet relevant voor het meten van de effectiviteit.
De website van het SBB is verhelderend. Daar valt te lezen dat maar liefst 76 procent van afgestudeerde musici na één jaar in het vak aan het werk is. Na vijf jaar is dat percentage zelfs gestegen naar 78 procent.
Economische waarde
De Amerikaanse bank Goldman Sachs voorspelde in een studie uit 2016 aan dat de muziekindustrie in de periode tot 2030 verder groeit naar een omzet van 36,1 miljard euro per jaar. Maar liefst 30 miljard euro komt van streamingsdiensten. Deze verwachting heeft de bank in 2020 bijgesteld naar maar liefst 115,7 miljard euro. (Goldman Sachs – Music in the Air).
Daar komt nog eens bij dat de economische waarde van de creatieve sector groeit. De branche heeft alleen al in Nederland een jaarlijkse omzet van 45,8 miljard euro. En sinds 2015 is de gemiddelde groei 3,5 procent per jaar. Dat is bovengemiddeld voor het gehele bedrijfsleven.
Als we specifiek naar de Nederlandse muziekindustrie kijken, dan zien we een zeker zo lonkend perspectief. De omzet was in 2019 maar liefst 206,8 miljoen euro. Ofwel een toename van 13,2 procent in amper vijf jaar tijd. Dat komt onder meer door de sterke groei van streamingsdiensten en een groot aantal succesvolle platenreleases.
De creatieve industrie kent internationaal een groei die groter is die van chemie en automotive samen. Zo is ons land met 29,5 procent wereldwijd de grootste exporteur van creatieve diensten. De Nederlandse creatieve industrie, met een van de belangrijke hotspots in Eindhoven en omgeving, staat internationaal hoog aangeschreven.
Snijvlak
Niet elke opleiding is identiek, niet elke vestigingsplaats is hetzelfde. Het is dan ook niet logisch om de artiestenopleidingen in Eindhoven over één kam te scheren met die in andere plaatsen in Nederland. Zeker niet vanwege het unieke karakter van de stad. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat de bijzondere combinatie van creativiteit en technologie wereldwijd alleen voorkomt in Los Angeles, Austin en Helsinki én Eindhoven.
Studenten zien dat ook. Rock City Institute en Metal Factory trekken niet alleen gedreven, creatieve studenten uit Zuid-Nederland, maar uit het hele land. Dat geldt ook voor de docenten. Onder de alumni bevinden zich bekende namen als Kovacs en Wouter Hardy, de producer en componist van de wereldhit Arcade van Duncan Laurence.
Ondertussen bespeuren we in de markt een sterke behoefte aan een mbo-opleiding voor muziekproducers. Niet de traditionele muzikant op gitaar, piano of drumstel, maar met een laptop in de rugzak. Je denkt al gauw aan dj’s die zo hun eigen muziek produceren en releasen. Maar wat te denken van personen die geluiden voor auto’s, machines en (andere) elektronica ontwikkelen of die filmscores en reclamemuziek maken? Het is een mooie opleiding op het kruispunt van hightech en creatieve industrie. Ofwel: een opleiding die perfect past in Zuidoost-Brabant.
Summa Artiest start het komend studiejaar dan ook onder de naam Music Production Lab (MPL, mbo-niveau 4, 3 jaar) een derde opleiding. Omdat wij als Summa Artiest vertrouwen hebben in de branche, zowel nationaal als internationaal. En omdat de studie perfect past in de regio. Maar vooral omdat wij niet alleen geloven, maar haast zeker weten dat onze alumni mooi en goedbetaald werk in het gekozen vak krijgen. We hebben dat tenslotte al aangetoond met Rock City Institute en Metal Factory.
Oud-student Wouter Hardy omschrijft MPL als een welkome aanvulling op het bestaande lespakket. ‘Naast mijn eigen muziekproducties heb ik ook veel werk in de film- en reclamewereld. Volgens mij is het belangrijk om je zo breed mogelijk te ontwikkelen in muziekproductie en audiobewerking.’
Oproep
Tenslotte, er moet ons iets van het hart. Het is wel typisch iets voor onze hedendaagse, calculerende samenleving om het succes van opleiding af te meten aan economisch resultaat. Een goede muziekopleiding biedt veel meer. Muziek is een bindmiddel voor de samenleving.
Eric Corton, presentator, muzikant en acteur, denkt er net zo over. ‘Sinds een dikke tien jaar slaan we door in een, door ijskoude economische rekenmodellen ingegeven, productiviteits- en rendementsdenken. Voor sommige sectoren is dat misschien zinnig en logisch. Maar niet voor de kunsten. In deze sector is de productiviteit en het rendement nooit te vangen is in een spreadsheet, terugverdiencapaciteit of staafdiagram. Hier geldt een gevoelsmatige en een haast onmeetbare waardering.’
Vandaar onze oproep: schat de creatieve beroepen op hun waarde. Al in Athene, in de Renaissance en later in de Gouden eeuw kregen muzikanten, beeldend kunstenaars en acteurs ruim baan. Goed muziekonderwijs is niets minder dan een noodzakelijk fundament van onze samenleving. En een kwestie van beschaving.
Tekst: Hub Dohmen, woordvoerder Summa College
Foto: Rianne Coppelmans en Margreet Monhemius vormen de directie creatief vakmanschap van Summa College in Eindhoven.