Van alle bedrijven met meer dan 50 werknemers verplaatste 6 procent in de periode 2014–2016 bedrijfsactiviteiten naar het buitenland. De meeste van die bedrijven verplaatsten administratieve en managementtaken. Met de verplaatsingen waren meer dan 30 duizend banen gemoeid. Eén procent van de bedrijven haalde eerder verhuisde activiteiten weer terug naar Nederland. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Ruim 500 bedrijven met meer dan 50 werknemers verplaatsten een of meerdere activiteiten naar het buitenland. In de industrie gebeurde dat veel vaker (11 procent van de bedrijven) dan in de overige sectoren (4 procent). Vooral bedrijven met een buitenlands moederbedrijf verhuisden relatief vaak werk naar andere landen, ongeveer 1 op de 5. Nederlandse bedrijven waren honkvaster, 3 procent verplaatste werk internationaal.
Eén procent haalt activiteiten terug
Eén op de honderd bedrijven met meer dan 50 werknemers haalde in de periode 2014–2016 eerder verplaatste activiteiten terug naar Nederland. In de industrie gebeurde dat tweemaal zo vaak. In de overige sectoren leverde het terughalen van taken echter wel meer banen op, ongeveer 250, tegen 130 banen in de industrie. De belangrijkste redenen voor bedrijven om activiteiten terug te halen, waren onvoldoende kwaliteit van de geleverde producten/diensten op locatie, en hogere kosten dan verwacht.
Meer dan 250 bedrijven verplaatsten administratie en management
Ruim 250 bedrijven verplaatsten administratieve en managementfuncties, zoals financiële, boekhoud- en coördinatieposten naar het buitenland. Ongeveer 220 bedrijven verplaatsten (een deel van) hun kernactiviteit, productie of levering van diensten voor de markt. Dit betrof onder andere arbeidsplaatsen in fabrieken, maar ook ontwerp- of onderhoudsfuncties voor klanten.