Programmeurs zijn zo belangrijk geworden voor onze samenleving, dat we hun werk moeten beschouwen als een professie. Dat is een beroep waarin het professioneel handelen raakt aan belangrijke maatschappelijke diensten, en waarin naast technische kennis vooral ook ethisch oordeelsvermogen is vereist. Ook moeten professionals autonoom kunnen handelen voor de effectiviteit van hun werk.
Dat stelt het Rathenau Instituut. De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat programmeurs ethisch verantwoord werken. Zij zijn immers de eersten die de effecten van technologie kunnen zien. Filosoof Frans Stafleu en Linda Kool, senior onderzoeker van het Rathenau Instituut, hopen dat ze de eer van het vak hoog houden.
De klassieke professies zijn artsen, advocaten en dominees. In de 21ste eeuw moet je daar programmeurs aan toevoegen. Voor programmeurs brengt dat natuurlijk verantwoordelijkheden met zich mee. Zij kunnen die oppakken, óf accepteren dat hun handelingsvrijheid steeds meer door de overheid wordt gereguleerd.
Waarom zijn programmeurs zo belangrijk geworden?
Nu digitalisering doordringt tot in de haarvaten van onze maatschappij, krijgt het werk van programmeurs steeds meer ethische aspecten. Het zijn de programmeurs die de bouwstenen leveren voor veel belangrijke maatschappelijke diensten, zoals een zelfsturende auto of een zorgrobot.
En in die diensten zijn de digitale en fysieke wereld vaak innig verweven. Daardoor voert een softwareprogramma niet slechts handelingen uit in de virtuele wereld, maar leidt dat vaak direct tot gevolgen in de ‘echte’, fysieke omgeving. Dat betekent dat een foutje in een softwarecode ineens een zaak van leven en dood kan zijn, bijvoorbeeld als een insulinepomp verkeerd wordt aangestuurd.