De rapportage ‘Arbeid in zorg en welzijn 2014’ laat een trendbreuk op de arbeidsmarkt zien. De nodige medewerkers raken hun baan kwijt en veel meer werknemers krijgen een andere functie. De trendbreuk in de zorg is er sinds vorig jaar. In welzijn, jeugdzorg en kinderopvang (WJK) is de trendbreuk al enkele jaren zichtbaar. Daar zijn al eerder overschotten op de arbeidsmarkt ontstaan. De veranderingen op de arbeidsmarkt vragen om een mix van nieuwe en bestaande arbeidsmarktmaatregelen. Dat heeft haast: de urgentie om daadwerkelijk maatregelen door te voeren wordt steeds groter. De personele mobiliteit moet omhoog. Werken in een andere functie of een warme overdracht aan een andere instelling is voor alle partijen te verkiezen boven gedwongen ontslag. Er moet ook mobiliteit op gang komen naar andere branches. Vaak is het nodig medewerkers om- of bij te scholen. Er moet ruimte voor instroom van jongeren blijven. Zo blijft er voor hen een arbeidsmarktperspectief over en kunnen hogescholen en ROC’s een hoogwaardig opleidingsaanbod handhaven. Dat vraagt er ook om dat instellingen stageplaatsen beschikbaar blijven stellen. Op langere termijn is het voor specifieke functies wel weer lastig personeel te vinden.
(bron: Panteia)