Minister van Onderwijs Jet Bussemaker wil het aantal voortijdige schoolverlaters terugdringen tot 20.000 per jaar in 2021. Ze verwacht dat dit mogelijk is door een beter samenwerking tussen scholen en gemeenten. Zo zei ze op het VSV-Event bij ROC Midden-Nederland in Amersfoort.
Het aantal voortijdig schoolverlaters is de afgelopen vijftien jaar al sterk gedaald van 71.000 tot 25.000 – een daling die deels te danken is aan een andere definitie. Toch meent Bussemaker dat het nog beter kan. ‘Studenten moeten het gevoel krijgen dat ze ertoe doen en dat ze gemist worden. Toen we op 35.000 uitvallers zaten, zeiden veel mensen dat het niet mogelijk was dit aantal verder omlaag te krijgen. Nu zitten we op 25.000 en wil ik dat aantal nog meer omlaag. Want een jongere met een startkwalificatie heeft betere perspectieven, meer zelfvertrouwen en minder zorg nodig. We moeten het beste uit jongeren halen, want als ze geen diploma halen hebben ze daar de rest van hun leven last van.’
Haar advies: ‘Werk samen, luister naar studenten en vraag waar ze tegenaanlopen en verbeter het loopbaan leren. Studenten voelen zich vaak niet geholpen door LOB, ze hebben meer hulp nodig.’
Bussemaker kreeg tijdens het VSV-Event een USB-stick overhandigd met daarop 39 best practices van roc’s uit het hele land. Een aantal daarvan presenteerde zich op het podium. Zo vertelde Reinoud van Uffelen van het Koning Willem I College uit Den Bosch dat zijn college extra aandacht besteedt aan jongeren in een kwetsbare positie – landelijk zijn dat er zo’n 30.000 per jaar. Het gaat om jongeren die vaak ook met Jeugdzorg te maken hebben. Voor deze groep is er ‘Plan B’, een beschutte stageplek met extra aandacht en ondersteuning, zodat deze jongeren toch kunnen meedoen. Om deze groep in beeld te krijgen, werkt het college nauw samen met de gemeenten in de regio.
Ook in de regio IJsselvecht-Zwolle richt de preventie zich op jongeren met verschillende soorten problemen, zoals bleek uit het verhaal van RMC coördinator Jannette Klaver. Er is speciale aandacht voor jongeren uit het praktijk- en speciaal onderwijs en entreeopleidingen, voor jongeren zonder startkwalificatie, voor jongeren die mogelijk niet school- of leerbaar zijn of jongeren die op zoek zijn naar een stage, een leerwerkbaan of werk. Voor elk van deze vier groepen is een aparte benadering ontwikkeld om te voorkomen dat ze buiten de boot vallen.
Ank Jeurissen, directeur samenwerkingsverband Sterk VO in Utrecht, bepleitte constante aandacht voor vsv bij alle betrokkenen. Door warme overdracht en door uitvallers tijdig in beeld te brengen zit inmiddels 98,5 procent van de vmbo-gediplomeerden in haar regio per 1 oktober op het mbo.
De ster van de middag was voormalig student Roelof Pot uit Deventer, die zijn relaas deed. Hij volgde een opleiding voor de detailhandel, maar verloor zijn motivatie. Tijdens een zesweekse oriëntatiecursus ontdekte hij dat marketing en communicatie hem beter lag. Inmiddels is zijn stage omgezet in een vaste baan als online marketeer. Roelof was goed geholpen door zijn LTB’er die ook oog had voor zijn persoonlijke problemen – als kind van gescheiden ouders was hij door familieleden opgevoed en had hij met jeugdzorg te maken gehad.
Inmiddels is Roelof ook actief in het Lef-team dat (potentiële) schoolverlaters weer op weg probeert te helpen. De leden van het team bezoeken klassen en vertellen hoe ze zijn uitgevallen en weer zijn teruggekomen op school. Andere jongeren leren daarvan en de leden van het Lef-team krijgen meer zelfvertrouwen. Tips van Roelof: ‘Jongeren schamen zich vaak. Het is goed als ze zien dat anderen met dezelfde problemen worstelen en dat er oplossingen mogelijk zijn.’
ProfielActueel – Mirjam Jansen