Onderwijspersoneel heeft geen behoefte aan een nieuw bevoegdhedenstelsel. De leerkracht wil binnen zijn vakgebied zo breed mogelijk inzetbaar zijn, ook met het oog op het lerarentekort. Dat blijkt uit een enquête die door bijna 15 duizend leraren is ingevuld.
Het gros van de respondenten zegt prima te zijn opgeleid voor zijn vak. In het primair onderwijs bijvoorbeeld vindt meer dan 90 procent dat de opleiding hen voldoende bagage gaf om te werken met groep 3 tot en met 8.
Voor het lesgeven in de kleuterklassen van het primair onderwijs, het speciaal onderwijs en het praktijkgerichte onderwijs in het vmbo en mbo, kan de voorbereiding wel beter. Daarop wordt nu onvoldoende geschoold, zeggen respondenten die met deze groepen leerlingen werken.
Henrik de Moel is dagelijks bestuurder voor de AOb, een van de vakbonden die de enquête deze zomer uitzette: “Wat ik duidelijk lees is dat een discussie over ingrijpende veranderingen van bevoegdheden ongewenst, maar ook onnodig is. Uit het aanpassen van bestaande opleidingen valt winst te behalen, maar er zit echt geen leraar te wachten op een heel nieuw stelsel.”
Lees hier meer over de AOb-studie - Bron: AOb