Nederland is van de 8e naar de 5e positie gestegen op The Global Competitiveness Report 2015 - 2016 van het World Economic Forum. Deze jaarlijkse graadmeter van het concurrentievermogen is uitgevoerd onder 140 landen. Het onderzoeksinstituut INSCOPE: Research for Innovation onder leiding van Prof.dr. Henk W. Volberda van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) is partnerinstituut van het World Economic Forum en verzamelde de gegevens voor Nederland. Het rapport heeft als voornaamste bevindingen:
1 Nederland in de top-5 door een excellent onderwijssysteem, efficiënte infrastructuur, betrouwbare overheid en blijvende focus op innovatie.
In de ranking van 140 landen is Nederland gestegen van de 8e naar de 5e positie van meest concurrerende economieën. Professor Henk Volberda, hoogleraar aan de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) concludeert dat ‘Nederland één van de meest geavanceerde (5e positie) en innovatieve economieën (8e positie) van de wereld is met concurrerende en open markten. Daarnaast blijft Nederland excellent presteren op het gebied van onderwijs (3e positie), infrastructuur (3e positie) en de kwaliteit van de gezondheidzorg (6e positie).’ Volgens Volberda dragen ook de kwaliteit van de overheid en regulerende instanties (10e positie) bij aan een goed concurrentieklimaat.
2 Het gevoerde macro-economisch beleid van dit kabinet en hervormingen van de financiële sector en de arbeidsmarkt hebben het concurrentievermogen aanzienlijk versterkt
Professor Volberda stelt dat vooral de ‘hervormingen van de financiële sector (een verbetering van 6 posities) en de arbeidsmarkt (stijging van 4 plaatsen) hebben geleid tot aanzienlijke verbetering van het concurrentievermogen van Nederland ten opzichte van vorig jaar.’
3 Toch blijven de financiële markten en de arbeidsmarkt de achillespees van het Nederlandse concurrentievermogen
Ondanks de gerealiseerde verbeteringen ten aanzien van de financiële markten en de arbeidsmarkt, vormen zij nog steeds de achillespees van de Nederlandse economie. Hoewel de arbeidsmarkt aanzienlijk is verbeterd (17e positie) spelen de hoge kosten van het aannemen en ontslaan van personeel (89e positie) en het gebrek aan flexibiliteit in de loonvorming (131e positie) de Nederlandse economie nog steeds parten.
4 Het topsectorenbeleid van dit kabinet draagt bij aan een geavanceerde en innovatieve kenniseconomie
De standvastigheid van dit kabinet ten aanzien van het topsectorenbeleid en ondernemerschapsstimulering begint volgens professor Volberda zijn vruchten af te werpen: Het topsectorenbeleid heeft volgens Volberda bijgedragen aan een meer innovatief ecosysteem en helpt Nederland de omslag te maken naar een kenniseconomie.
5 Ondanks het positieve innovatieklimaat blijft de innovatiecapaciteit van Nederlandse bedrijven achter
Ondanks bovenstaande verbeteringen in het concurrentievermogen is professor Volberda bezorgd over het innovatievermogen van Nederlandse ondernemingen: ‘De capaciteit van Nederlandse bedrijven om te innoveren is met maar liefst 5 plaatsen afgenomen naar de 16e positie’. Ook stelt Volberda dat de investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling door Nederlandse bedrijven is afgenomen (18e positie).
6 Zwitserland, Singapore en de VS hebben hun koppositie weten te behouden. Duitsland stijgt naar de 4e plaats en Finland is de grootste daler in de top-10.
7 De kloof tussen Europese landen die hervormingen doorvoerden en landen die daarin falen wordt steeds groter.
Landen die arbeidsmarkthervormingen en marktliberalisering doorvoeren ten gunste van hun concurrentiepositie zien zichzelf stijgen op de mondiale concurrentie-index (Frankrijk, Ierland, Italië en Spanje). Daarentegen blijven landen als Cyprus (65e positie) en Griekenland (81e positie) falen in het verbeteren van deze hefbomen voor concurrentievermogen.
Bron: WEF, Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM)