Door Carmen van den Berg
In 2050 moet Nederland volledig circulair zijn. Van afval naar grondstof. Een belangrijke schakel hierin is dat het afval bij de afvalbak goed gescheiden wordt. De uitdaging: menselijk gedrag. Bij de Haagse Hogeschool weten ze dat maar al te goed. De afdeling facilitair slaat de handen ineen met de studenten, op zoek naar innovatieve oplossingen.
De juiste inrichting – denk aan felgekleurde bakken, ronde openingen voor koffiebekers, informatiestickers – zorgt nog niet altijd voor goede afvalscheiding. Rachel Kuijlenburg, docent Facility Management op de Haagse Hogeschool, vertelt: ‘80% van ons gedrag is automatisch gedrag. Eenmaal aangekomen bij de prullenbak hebben de gebruikers geen tijd om veel informatie te lezen en belandt het afval toch in de verkeerde bak. Het helpt ook niet mee dat het vaak een ratjetoe is aan soorten afvalbakken met onduidelijke informatie.’
Rachel houdt regelmatig post bij de afvalbakken om het gedrag van de studenten en medewerkers te bestuderen. Ze presenteerde een aantal van haar observaties op de bijeenkomst van de werkgroep ‘afval & circulariteit’ met 20 andere onderwijsinstellingen in het hoger onderwijs. Pizzadozen op de papierbak, te grote latte-koffiebekers die niet in de bekeropening passen en fastfoodzakken volgepropt met afval van de maaltijd welke eenmaal aangekomen bij de prullenbak niet meer gescheiden worden. Situaties die voor de andere instellingen helaas maar al te herkenbaar bleken.
De Haagse als ‘living lab’
Sinds kort heeft een van de prullenbakken op de HHS ook een stem gekregen. Walter the Wastebin vertelt in de podcast van de HHS dat gedrag een groot probleem is. ‘Koffiecups zijn gemaakt van papier, maar mensen stoppen altijd vanalles in de bekertjes zodat het ‘weggooi-proces’ voor hen sneller verloopt. Klokhuizen van appels zijn het klassieke voorbeeld. Ik ben bestemd voor papieren bekertjes, maar door de plotselinge binnendringing van een klokhuis wordt het hele systeem verstoord!’ Het hele verhaal van Walter (en andere objecten) is te beluisteren via Spotify in de podcast ‘Wasted tales’.
De hogeschool is daarom gestart met een uitgebreid onderzoek naar hoe facilitaire afdelingen kunnen bijdragen aan het efficiënter scheiden van afval. Eén van de praktijkgerichte onderzoeken is een ‘living lab’ op de HHS. Met sensoren op de prullenbakken en slimme camera’s wordt hier het menselijk gedrag onderzocht. Wat zijn bijvoorbeeld de looproutes van de gebruikers? En hoe vaak gaat een bak open en dicht? ‘Op basis van de data kunnen we de scheidingsunits op slimme locaties plaatsen, zodat men verleid wordt tot automatisch duurzaam gedrag.’
Verder is de nulmeting een belangrijk onderdeel van de dataverzameling. Studenten steken de handen uit de mouwen en in het afval, om in kaart te brengen waar het afval nu precies uit bestaat. Dat zijn niet alleen belangrijke data, maar deze dragen ook enorm bij aan de bewustwording. ‘De studenten hebben nu letterlijk gevoeld wat mensen allemaal weggooien. Het liefst laat ik alle eerstejaars aan het begin van de studie deze sorteerproef uitvoeren!’
Het living lab is een van de vele onderzoeken binnen het tweejarige programma van de HHS in samenwerking met twee facilitaire dienstverleners van het Rijk. De belangrijkste output van het project is een handelingsprotocol waarmee de facilitaire professionals de juiste interventies kunnen inzetten om gebruikersgedrag te stimuleren en uiteindelijk de circulaire doelen te kunnen halen. Voor de Haagse Hogeschool zelf is dit doel zero-waste op restafval in 2030, onderdeel van hun ‘mission zero’.
Holle bolle Gijs-oplossingen
Rachel: ‘Een deel van het onderzoek zit nog in de ontwikkelfase, een deel al in de uitvoeringsfase. Om de testresultaten van de interventies te kunnen genereren, wachten we met smart op de terugkomst van onze studenten op de campus.’ Er wordt hiervoor gekeken naar het ontwerp van de recyclingcontainers en de positionering in de ruimte, maar ook naar het gebruik van nudging en gamification. Denk voor dat laatste bijvoorbeeld aan Holle bolle Gijs in de Efteling: een zachte aansporing voor het juiste gedrag.
Er wordt niet alleen gekeken naar het gedrag van de eindgebruiker, maar ook naar het inkoopgedrag. Om grip te krijgen op de voorkant van de keten analyseert de HHS haar huidige aanbestedingen en inkoopprocedures. Daarbij wordt heel precies in kaart gebracht wat er op dit moment de hogeschool binnenkomt – inclusief de daarmee gemoeide verpakkingen. ‘Zo krijgen we inzicht in de volledige cyclus en waar de mogelijkheden liggen.’
Geen inkoop betekent immers geen afval. Belangrijk punt hierbij is echter wel dat er in onderwijsinstellingen juist veel afval van buitenaf komt. Denk aan de koffiebekers die studenten onderweg naar school oppikken en eten dat tijdens de lunch van buiten de campus wordt gehaald. Het is misschien nog wel de grootste uitdaging om het inkoopgedrag van de studenten buiten de campus te beïnvloeden. Naast werken aan bewustwording kan hier ook worden gedacht aan ketensamenwerking met de campussupermarkt, of de ToGo bij het nabijgelegen OV-station.
[auteur] Carmen van den Berg is verbonden aan Stichting Stimular
Deze case is eerder gepubliceerd binnen het project van de duurzaamheidskring ‘afval en circulair’ met instellingen in het hoger onderwijs. Het project is geïnitieerd en gefinancierd door het programma VANG-buitenshuis van Rijkswaterstaat. Stichting Stimular begeleidt het initiatief.
Gedragscursus Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat organiseert een gratis cursus gedragsbeïnvloeding waarbij je leert om geschikte oplossingen te vinden. Medewerkers van onderwijsinstellingen of andere organisaties kunnen zich aanmelden op de website van VANG-buitenshuis voor de cursuswachtlijst.