Tussen SZW en de VNG is een akkoord bereikt over de invulling van de nieuwe wet inburgering. Er komt structureel € 35,2 miljoen meer beschikbaar en de regierol van gemeenten wordt versterkt. De VNG heeft er vertrouwen in dat met deze afspraken de randvoorwaarden zijn neergezet voor een goed inburgeringsstelsel.
Lange tijd leek een akkoord ver weg omdat er vanuit het kabinet onvoldoende bereidheid was om de gemeenten tegemoet te komen op zowel inhoud als financiën, maar begin maart werd een doorbraak bereikt en zijn de gesprekken vervolgd over de verdere uitwerking.
Nieuwe wet inburgering per 1 juli 2021
Met deze afspraken zetten gemeenten en Rijk samen stappen voorwaarts in de voorbereiding en implementatie van het nieuwe inburgeringsstelsel. De nieuwe wet wordt vanaf 1 juli 2021 van kracht. De VNG zal in samenwerking met SZW en Divosa gemeenten ondersteunen bij de implementatie.
Structureel € 35,2 miljoen extra
Het is noodzakelijk dat gemeenten voldoende middelen hebben om de wet uit te voeren. Op aandringen van de VNG is in de zomer een onafhankelijk kostenonderzoek uitgevoerd waar uit bleek dat er € 42,3 miljoen extra nodig was. Met het beschikbaar stellen van € 35,2 miljoen extra worden de uitkomsten van dit onderzoek erkend en zijn er voldoende middelen voor de benodigde begeleiding aan inburgeraars. Daarnaast zijn er inhoudelijke aanpassingen gedaan waarmee er € 7 miljoen is bespaard. Gezinsmigranten blijven grotendeels zelf verantwoordelijk voor hun inburgeringstraject in het nieuwe stelsel.
Incidenteel € 36,5 miljoen + € 25,5 miljoen
Naast deze structurele middelen komt er € 36,5 miljoen incidenteel beschikbaar voor de invoering, in lijn met het kostenonderzoek. Op basis van een uitvoeringstoets wordt een afspraak gemaakt over financiën voor ICT. Daarnaast ontvangen gemeenten € 25,5 miljoen om een impuls te geven aan de inburgering van de groep die nog onder het huidige stelsel moet inburgeren.
Voor het hele bericht klik hier