Maatschappelijke betrokkenheid of isolement voor onze jongeren?
door Eddie Niesten, studeerde internationale politiek en is communicatiemedewerker - docent - auteur - gids
De Coronacrisis heeft een flinke hap uit onze vrijheden genomen door de overheidsmaatregelen die de pandemie moeten indijken en zelfs uitschakelen. Dit heeft er onder meer voor gezorgd dat wij sociale contacten zoveel als mogelijk moeten vermijden. De toevallig door de toenmalige Minister van Volksgezondheid, Maggie De Block, gelanceerde slogan “blijf in uw kot” spreekt in dat verband boekdelen.
Een en ander heeft ervoor gezorgd dat sociaal isolement en eenzaamheid voor diverse bevolkingsgroepen imminent geworden is. Ouderen, nog zelfstandig wonend maar ook in rusthuizen verblijvend, hebben hun (schaarse) bezoekers zien verdwijnen en kwijnen vaak weg in schrijnende afzondering. Nog schrijnender zijn zeker ook de laatste levensdagen van besmette bejaarden die in pure afzondering sterven, zonder enige morele steun van dierbaren.
In eerste instantie, en vooral tijdens de “eerste golf”, kwamen er verwarmende uitingen van mensen, zeker ten aanzien van het verplegend personeel allerhande die dagdagelijks de strijd moesten aangaan met een nog heel onbekend virus. Die saamhorigheid was evenzeer ondersteuning voor iedereen die toch wel sociaal er op achteruitging. Media allerhande ondersteunden dergelijke initiatieven en gaven ze ruchtbaarheid én nieuwe inspiratie. Opvallend is wel dat ook deze acties verminderd zijn, zeker eenmaal het verheugende vooruitzicht van een vaccin zich aankondigde. In al deze initiatieven speelden overigens jonge mensen een belangrijke en inspirerende rol.
Met een “einde aan de ellende” in het vooruitzicht zijn de publieke debatten evenwel opvallend bitser geworden, niet in het minst wat “prioriteiten” betreft voor sommige publieksgroepen. Er was tijdens de eerste lockdown nochtans al een kleine aanzet die, voor zover wij weten, eigenlijk geen concreet vervolg gekregen heeft. Met de tsunami aan ziekenhuisopnames en een dreigende fatale overrompeling van ons gezondheidssysteem, werd (zeer aarzelend, dat dient gezegd) de vraag gesteld wie er nu “gered” moest worden, indien dit afschuwelijk dilemma zich stelde: jongere of oudere patiënten. We kunnen alleen maar hopen dat er nooit diepgaand onderzoek zal komen naar de eventuele “antwoorden” in sommige ziekenhuizen en andere zorginstellingen…
De verwachte vragen om prioriteiten in verband met “versoepelingen” van de strikte overheidsmaatregelen zijn nu courant geworden. Elke beroepsgroep meent dat hij de beste sanitaire garanties kan geven en eist dan ook geregeld een positieve uitzonderingsmaatregel. Onder leeftijdsgroepen is het maatschappelijk debat minder zichtbaar maar allicht veel heftiger latent. Zeker wat betreft de volgorde in de vaccinatiecarrousel die nu actueel is. In eerste instantie kon iedereen leven met de algemene regel van ouderen en zorgbehoevenden eerst totdat in laatste instantie de jongeren de langverwachte prik(ken) zouden krijgen.
Zopas echter ondertekende en publiceerden een aantal bekende Belgen een manifest waarin de afgesproken volgorde behoorlijk in vraag gesteld werd. Jongeren moeten volgens hen een meer prioritaire behandeling krijgen zodat het volgende groot verlof het signaal kan geven van de langverwachte vrijheid en blijheid. De ondertekenaars zijn, naar eigen zeggen, zelfs bereid hun plaatsje af te staan aan jonge gegadigden. Het “oproer” was (tot nog toe) evenwel van korte duur als enerzijds de politiek en anderzijds de wetenschap met stevige tegenargumenten reageerden. De motivatie van de eerste sector was, gewoontegetrouw, ietwat meer gekleurd dan de argumentatie van de tweede. Niet echt verwonderlijk. En dat een en ander ook wel enigszins kon gelinkt worden aan de zieltogende evenementensector (de grote zomerfestivals!) is natuurlijk een puur kwaadwillige assumptie!
Maar de alsmaar luider klinkende stemmen dat “jongeren een belangrijke en essentiële fase van hun leven dreigen te missen” worden intussen duidelijk frequenter. Sommigen koppelen aan deze discussie ook de (gewelddadige) confrontaties die we dit jaar vooral in Nederland hebben zien opduiken.
Maar zoals altijd legt een crisis meer pregnante vragen bloot. Een daarvan en wellicht ook de belangrijkste is de plaats van jongeren BINNEN een samenleving en dus niet aan de rand ervan of zelfs buiten de sociale limieten. De jongerencultuur sedert de fameuze sixties en de sociaaleconomische evolutie (lees de onmiskenbare verrijking) hebben ervoor gezorgd dat de jonge generaties meer en meer een luxepositie zijn gaan innemen. Enigszins verborgen eigenlijk, want de “inspraak” en zelfs het “medebeslissingsvermogen” zijn ogenschijnlijk toegenomen. Maar is dat in werkelijkheid ook zo? Als bijvoorbeeld de vorige jaren stevig gemanifesteerd werd tegen de klimaatsopwarming en aanverwante, gebeurde dat met manifeste toestemming van heel veel betrokken “gezagsorganen”. Leuk, zal je zeggen, maar zou dat ook het geval zijn als dergelijke protesten ook effectief bedreigend zouden zijn voor de échte beleidsvoerders. Ooit heeft er iemand gezegd dat je het best moeilijke mensen kan uitschakelen door hen een prijs te geven…
Kortom, in hoeverre worden jongeren écht betrokken bij de gigantisch moeilijke kwestie waarmee de vorige generaties hen (gewild of ongewild) opzadelen. Het is bijvoorbeeld ook interessant om even na te gaan in welke mate jongeren echt meegedaan hebben met een uitgesproken sociale beweging als die van de “gele hesjes”! In hoeverre kunnen de maatschappelijk het slechtst bedeelde jongeren zélf hun stem laten horen om hun lot te verbeteren. Nochtans neemt het aantal kansarme jongeren van langsom toe in onze welvarende wereld.
En misschien daaraan ook best even de gewelddadige opstootjes in Nederland (en Frankrijk, en Brussel) linken die in de huidige crisis zo “onverwacht” opduiken. Het banlieue-gegeven met eigenlijk tal van maatschappelijk vergeten groepen, ondanks alle wollige hulp, is inderdaad niet beperkt tot de grote steden in Frankrijk. Is het signaal niet eerder dat de maatschappij deze jongeren serieus moet nemen en écht voor sociale integratie zorgen, vooraleer zij die zelf niet meer willen en verdrinken in een combinatie van gemakkelijk geld, aangepaste “roesmiddelen” die vanzelfsprekend op langere termijn niet bevredigt. Ik ben ronduit geschrokken van de onwaardig oppervlakkige reacties van sommige bewindvoerders!
Corona stelt de vraag van maatschappelijke betrokkenheid en helaas ook van integratie van jongeren bijzonder scherp. Alles dient in het werk gesteld, en creativiteit is daarbij van uitzonderlijk belang, om hen mee te betrekken in het afwenden van deze existentiële crisis. In sommige gevallen mag daarbij gerust enige dwang uitgeoefend worden, want opvoeden veronderstelt (nu eenmaal) niet altijd voluntarisme. Het doet mij enorm plezier als ik zelfs in de academische wereld dergelijke (voorzichtige) oproepen hoor! De les van verbondenheid onder de generaties is allicht “ouderwets” maar tegelijk zo verwarmend essentieel dat zij die kunnen meenemen. Pak hen die mogelijkheid dan ook niet af!
Om alvast even af te sluiten met hoop in deze nog donkere tijden. Opvoeden blijft ten allen tijde eerst pamperen en dan jonge mensen de maatschappij insturen om te leven en … te leren. Oudere en “wijzere” generaties willen daarbij graag luisteren naar hun nieuwe ideeën maar staan ook altijd klaar om hen met raad en daad bij te staan. Zo kan een gemeenschap pas echt functioneren en de bereidheid om jongeren volop de kans te geven om zichzelf te bewijzen en écht te leren is de beste (minst slechte) garantie op succes in de moeilijke challenges die hen wachten.
“Klagers hebben geen nood” zei mijn moeder meestal en ik moet haar dan toch gelijk geven. Tenminste als we die goeie ouwe solidariteit nog eens van stal halen.
Foto: Mark Klaus - Unsplash