De kansen op werk zijn voor mbo’ers de komende paar jaar net wat beter dan die van hbo’ers en universitaire afgestudeerden. Een aantal opleidingen in de zorg, in de techniek en in secretariaatswerk scoort het best.
Dertig procent van de werkzoekende mbo’ers heeft de komende jaren een redelijk tot zeer goed vooruitzicht op werk, schrijft de redactie van de vandaag verschenen Keuzegids Mbo 2015. Dat is weliswaar een minderheid, maar in hbo en wo zijn deze cijfers met
twintig en zestien procent nog minder gunstig.
Een belangrijke reden is dat de helft van de mbo’ers nog even doorleert. Dat vermindert de concurrentie op de arbeidsmarkt.
Kun je als mbo’er dan maar beter niet naar het hbo gaan? 'Nou nee', zegt Keuzegids-hoofdredacteur Frank Steenkamp. 'De keuze om door te studeren maak je ook omdat je uitdagender werk zoekt dat bovendien beter beloond wordt. Wat wij willen benadrukken is dat verhalen dat alle mbo’ers straks vervangen worden door robots niet kloppen. Als je naar de arbeidsmarktprognoses kijkt, zijn de baankansen van mbo’ers die werk zoeken gewoon net iets beter dan die van hbo’ers en wo’ers. Maar dat is inderdaad voor een deel te danken aan mbo’ers die doorstuderen.'
Topopleidingen
'Zeer goed' tot 'goed' zijn de baankansen van apothekers-, dokters- en tandartsassistenten, en van verpleegkundigen. Ook opleidingen in de werktuigbouw, elektrotechniek, secretariaatswerk en voeding, natuur en milieu scoren goed. In die richtingen wordt ook het best verdiend. Startende werknemers in de horeca en de modebranche verdienen het minst.
Het onderwijs is in de Keuzegids beoordeeld op basis van de JOB-Monitor, de grote landelijke enquête onder mbo-scholieren, en op basis van inspectieoordelen en het studiesucces van leerlingen. Dit jaar wees de redactie 204 ‘topopleidingen’ aan. De onderlinge kwaliteitsverschillen in het mbo zijn opnieuw groot.
Bron: Trajectum
Afbeelding: jp26jp