Platform Profiel Actueel

MinSZW

Asscher: geen islamitische infiltratie in onderwijs

8 jul 2014 | Nieuws

Volgens minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is er geen sprake van Islamitische infiltratie in het Nederlands onderwijs. Dat antwoordde hij op 8-7 op vragen van PVV Kamerleden. De minister: “Leerlingen, ouders, docenten en anderen kunnen onder meer contact opnemen met de Vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs over vermeende discriminatie en radicalisering. Vanuit de inspectie zijn geen aanwijzingen gekomen dat er in het Nederlandse onderwijs op dit moment sprake is van de door u aangehaalde islamitische infiltratie door radicale moslims wat mogelijk kan leiden tot discriminatie en radicalisering. Wel nemen wij de signalen in de samenleving zeer serieus en tonen we onze betrokkenheid door scholen hierin te ondersteunen met bijvoorbeeld expertise en advies.’’

Op de vraag of islamisering van het onderwijs sowieso gemonitord in Nederland antwoordt de minister: “Incidenten van radicalisering en religieus extremisme in het onderwijs worden gemonitord door de tweejaarlijkse Monitor sociale veiligheid. Hierin worden scholen bevraagd of zij te maken hebben gehad met incidenten van religieus extremisme of van ander vormen van extremisme of radicalisering. Op dit moment wordt de Monitor sociale veiligheid 2014 uitgevoerd, waarin deze vragen weer zijn opgenomen. In het najaar wordt deze monitor aan de Kamer aangeboden.”

 Asscher is niet bereid uit voorzorg islamitische scholen, madrassa’s, islamitische

internaten en scholen die gelieerd zijn aan islamitische instanties te sluiten. “De onderwijsvrijheid, gewaarborgd in artikel 23 van de Grondwet, houdt in dat een ieder het recht heeft om een school op te richten en in stand te houden, ongeacht de identiteit van de ouders, de inspiratiebronnen van de ouders en de inspiratie of levensbeschouwelijke insteek van de school zelf. Sluiting van een instelling is wel mogelijk als dit voor openbare orde noodzakelijk is, onder de voorwaarden gesteld in artikel 2:20, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Daarnaast houden gemeenten strenger toezicht op jeugdverblijven, waaronder de zogenaamde ‘Turkse-internaten’. Zij baseren zich hierbij op het kwaliteitskader en de vorm van toezicht ontwikkeld voor alle privaatgefinancierde instellingen (ongeacht hun signatuur of grondslag) waar kinderen wonen en toezicht niet van overheidswege is geregeld. Het kabinet wil door deze maatregelen de veiligheid en het welzijn van kinderen in de internaten vergroten en voorkomen dat zij opgroeien in afzondering van de rest van de samenleving.’’

(bron: SZW)

 
 

 
Meer over
 

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies