Een samenleving is een levende dynamiek waarin de sociale interactie, het elkaar ontmoeten en aanspreken, de rode draad vormen. We zijn met elkaar verbonden en geven daar uiting aan. Groei als mens en persoon is mede gebaseerd op die interactie. En daarmee op sociale terugkoppeling. Elkaar feedback geven. Elkaar bejegenen, soms kritisch, al of niet positief. Dat gebeurde tot maart 2021 op alle plaatsen waar we verkeerden – thuis, in het werk, onderweg, op vakantie. Maar honderdduizenden mensen zijn vanaf maart 2021 thuis gaan werken, veel kantoren zijn leeg, reizen is beperkt, de theaters en cafés zijn dicht. Een werkgever verzuchtte onlangs: ‘Ik heb daar wel moeite mee. Je spreekt iedereen al gauw vooral functioneel. Je mist de normale interactie, het gesprek tussendoor, bij de koffie, in de koffie- en lunchpauzes. Juist dan krijg je feedback, signaleer je de ontwikkelingen door de dag heen, proef je de sfeer en hoe het er met iedereen en daarmee met de organisatie voor staat. Dat ontbreekt nu.’
De sociale terugkoppeling is in veel organisaties en in veel samenlevingssituaties verminderd. Wat betekent dat? Het betekent voor werkgevers zoals hierboven de dreiging van een vervlakking van communicatie, een gemis van de talloze momenten en signalen die ook informatief zijn en tezamen een completer beeld van een situatie bieden. Wat betekent het voor jongeren, voor hun ouders en docenten? Er zal ongetwijfeld onderzoek naar worden gedaan. Uit berichten blijkt dat er op talloze manier wordt geprobeerd enige ‘normaliteit’ terug te brengen, ondanks social distancing en de lockdown. Ouders passen op elkanders kinderen om interactie voor de kroost te waarborgen. Docenten met kinderen laten studenten van opleidingen Onderwijsassistente bij wijze van alternatieve stage op hun kinderen passen – een sociale win-win voor ieder.
Maar het gemis veel niet te kunnen en te mogen (en misschien ook niet meer te willen) is voelbaar en merkbaar. En zal mogelijk sporen achterlaten. Kinderen die de basisschoolleeftijd beginnen hun onderwijstijd met lockdowns en onderbroken schoolweken – thuisonderwijs en/of op school. Op winkeldeuren hangen borden met de mededeling dat het dragen van een mondkapje verplicht is. Veel mensen blijven niet langer dan nodig in supermarkten. Reizen via treinen en bussen is minder nodig noch in trek. Het zien van pré-corona tv-beelden van volle voetbalstadions, festivals en drukke winkelstraten en markten kan bij de een nu een claustrofobisch gevoel geven en de gedachte oproepen – dat nooit weer. Of juist de hunkering vergroten naar die ervaring midden in de kolkende massa te staan.
Sommigen zeggen, het is wat het is. Maar wat is het? Betekent het een vervlakking, ja, vervreemding? Ontstaat er een nieuw besef van sociale omgang? Hoe dan ook, de sociale interactie en terugkoppeling zijn sterk verminderd, de samenleving communiceert meer dan ooit via digitale wegen. Iedereen bevindt zich in het ongewisse.