Nogal wat onderwijsvernieuwers vinden het onderwijs onvoldoende individueel gericht en pleiten voor meer ruimte voor de leerling, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van 21th century skills. Maar in die roep om meer individueel gericht onderwijs wordt nauwelijks gerept over een naar mijn idee onmisbaar aspect van onderwijs: het belang van in groepen leren, teneinde zo je weg te vinden in de gemeenschap aan wie je uiteindelijk alle relaties, kennis, kleding, technologie etc, kortom je hele levensweg, te danken hebt. Ik realiseer me dat we met ons leven een enorm potentieel aan energie manifesteren en ter beschikking hebben en dat we dit verder kunnen aanboren en vormgeven. En dat dit mede en vooral in het onderwijs dient te gebeuren en daar vorm en inhoud moet krijgen.
Onderwijs dient de ontwikkeling van het individu, zeker. En waarschijnlijk kan dit op een betere, meer ideale, effectieve of doelmatige wijze gebeuren. Maar dat laat onverlet dat het groepsleren een belangrijke en onmisbare waarde bevat. Het individu, u en ik, zijn namelijk geen eiland, we kunnen alleen handelen en functioneren dankzij de omgeving.
Terwijl de roep om meer individueel gericht onderwijs luider wordt, groeit juist het belang van het leren in groepsverband. Met de toenemende invloed van de digitale middelen wordt het individu alleen maar individueler (en egoïstischer) als het niet ook leert omgaan en oog blijft houden voor de naasten en de omgeving. Zie de focus van steeds meer mensen in het publieke domein. Zonder mobieltje of tablet loopt de samenleving vast.
Onze drie dochters groeiden op met msn en de moderne technologie. Zij hebben genoten van het groepsonderwijs, basis, vo en academisch. Zij staan midden in de wereld. De oudste reist de wereld rond voor een ngo, de ander werkt aan de VU en de derde begeleidt dropouts in het onderwijs. Ze hebben de beste herinneringen aan de middenschool met drie jaar brugklas en vooral geleerd met en van elkaar. Ik heb van hen nooit een verkeerd woord gehoord over het groepsonderwijs.
De onderwijsjaren zijn de enige jaren die in 'onvrijwillig' groepsverband worden doorgebracht. Na de schooltijd is men ‘vrij’. Waar het op aan komt, is dat we jonge generaties ook en vooral blijven wijzen op het belang om zichzelf, behalve als individu ook te zien als ‘omgevingsmens’, een omgeving die bereid is de ander, ongeacht afkomst, status, ras of sexe, te ondersteunen in zijn/haar poging en leerproces om op eigen kracht het eigen leven vorm en inhoud te geven. Zodat diegene op zijn of haar beurt anderen weer kan bijstaan. Zijn dat immers niet tegelijk ook de vaardigheden die we nodig hebben als ouder, zus en broer, familie, buur, vriend, collega? We kunnen het niet alleen, hoe graag we dat ook willen geloven.