Het Ruhrgebied strekt zich uit tussen de Lippe (in het Noorden), de Ruhr (in het Zuiden) en tussen de steden Mors (aan de linkeroever van de Rijn) en Hamm (in het Oosten). Een merkwaardige aanblik biedt deze landstreek. In bonte afwisseling vinden we daar mijnen, fabrieken, heuvels, in de loop der jaren daar ontstaan uit slakken en ander afval, schachttorens, hoogovens en steeds rokende fabrieksscboorstenen. Daartussen in liggen gehuchten en dorpen, maar ook belangrijke grote steden, zoals Dortmund, Bochum, Gelsenkirchen, Essen, Mulheim, Oberhausen, Duisburg en Hamborn. In deze laatste treft men een bevolkingsdichtheid aan, zoals slechts op weinig plaatsen ter wereld te vinden is. Maar ook vindt men in dit gebied nog, zij het aan alle kanten ingesloten, akkers en weiden, met zorgvuldig geplante bomen. Soms ligt hier als in een vreemde wereld nog een boerderij. Dat is het Ruhrgebied van de tegenwoordige tijd.
Inhoudsopgave