Platform Profiel Actueel

2222.jpg
Deel dit AO-boekje met anderen

Het maken van strips

Auteur
AO NR. 2222
ISBN
JAAR 1988
Categorie Taal & letterkunde

Samenvatting

Een stripverhaal. Je leest het in een half uur uit. Slechts weinigen zullen zich echt realiseren, hoeveel mensen er vaak aan te pas komen om een stripverhaal te maken. Want een stripverhaal is niet langer het product van een tekenaar die op zijn kamertje grappen zit te bedenken. Strips zijn een zaak geworden van specialisten, die elk hun eigen taak en inbreng hebben. René Goscinny, de schepper van de Franse strip Asterix, zei eens over het maken van stripverhalen: 'De striplezers zijn gewoon geraakt aan kwaliteit, finesse in de uitwerking en nauwkeurigheid. Hieruit vloeit voort dat de tijd van de amateur voorbij is. Men kan geen strip meer samenstellen ergens in een achterkeuken. Nu is het vakwerk en dus is een degelijke uitrusting broodnodig. Zij omvat onder meer een zeer omvangrijke documentatie met teksten, dia's, films en foto's. Soms is een bezoek aan het land, waar zich de avonturen van de held zullen afspelen, meer dan gewenst.' Het spreekt vanzelf dat stripverhalen onderling erg verschillen en daarom zal ook de manier waarop ze gemaakt worden vaak helemaal anders zijn. In sommige gevallen wordt het grootste gedeelte van de strip wel door een tekenaar gedaan, in andere gevallen is er voor ieder onderdeel een expert. Het voordeel van de laatstgenoemde aanpak is, dat er sneller gewerkt kan worden, er kunnen meer bladzijden per week vervaardigd wordne. In Amerika is het al lange tijd gewoon dat strips worden vervaardigd in een studio, in Nederland is dit nog een uitzondering. Veel striptekenaars houden hier zoveel mogelijk dingen in eigen hand. In veel gevallen bedenkt de tekenaar het verhaal, schrijft het scenario, maakt de tekeningen en verzorgt soms ook de lettering. Dit is niet het geval in Amerika. In de studio's daar is een specialist voor iedere taak. Ook in Nederland kennen we dergelijke strips. Een voorbeeld hiervan is Sjors en Sjimmie. Hoe wordt een stripverhaal nu gemaakt en hoeveel mensen komen er aan te pas? Vragen waarop ik een antwoord hoopte te vinden in Haarlem, waar ik sprak met Piet Zeeman, scenarist en met Peter van Leersum, hoodfredacteur van het veertiendaagse stripblad Sjors en Sjimmie. Wat gebeurt er allemaal precies tussen de eerste krabbel en het uiteindelijke product?

Inhoudsopgave

Het is eigenlijk wonderlijk dat wat begon als een tekstje in een plaatje in plaats van een tekstje onder een plaatje in enkele decennia uitgegroeid is tot een volledige stripcultuur waarin beroepen zijn ontstaan als scenarist en colorist en waarin opvattingen en geneigdheden voorkomen.
Het is ook maar kort geleden dat strips door onderwijsgevenden als verderdelijk-plaatjes-kijken werden aangemerkt. Kinderen die strips tot zich namen werden namelijk luie lezertjes. Nu verdiepen we ons in de psychologie van Charlie Brown, Goofy, heer Bommel, Sjimmie en Suske.
Redenen voor terughoudendheid verneemt weinig meer.
Dat geldt ook voor dit AO.

Spotprenten
Jos Collignon
2849
Spotprenten -
Jip en Janneke
© Fiep Westendorp Foundation
2848
Jip en Janneke -
Van Tom Poes tot heer Bommel
2834.jpg
2834
Van Tom Poes tot heer Bommel -
Kuifje
2810.jpg
2810
Kuifje -

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies