Platform Profiel Actueel

207.jpg
Deel dit AO-boekje met anderen

Hollandse nieuwe

Auteur
AO NR. 207
ISBN
JAAR 1948
Categorie Land- en volkenkunde

Samenvatting

Reeds wekenlang heerste in onze vissershavens een grote bedrijvigheid. Na een periode van betrekkelijke rust werden de schepen opnieuw gereed gemaakt, om de bewoners van de Noordzee in hun verblijfplaatsen op te zoeken en on-vrijwillig mee te nemen naar de vaste wal. Daar vinden ze hun einde in de keien van de grage viseters.
Op 18 Mei kozen de schepen zee, nagewuifd door 'vrouwen en kinderen. Op de kade stonden de oude vissers die niet meer in staat zijn aan het werk deel te nemen. Met kennersblik monsterden ze de schepen en hun bloed stroomde sneller toen de trossen werden losgemaakt.
Geen klinkende fanfares, geen gejuich, maar een eenvoudig ..Behouden vaart", deed de schepen uitgeleide.
De vissersschuiten zijn geen drijvende sprookjes-paleizen, het zijn kleine, eenvoudige schepen, ruig als hun bemanning. Moedig doorklieven ze de golven, de boeg naar het Noorden gericht. Bij de Shetlandseilanden zullen ze hun arbeid beginnen. De nu nog heldere boten zullen in enkele dagen hun propere aanzien verliezen, als de duizenden haringen zijn gekaakt.
Vlaardingen, Katwijk, Scheveningen en IJmuiden zijn de plaatsen waar het hart van onze visserij klopt. Hier varen de schepen uit en komen ze weer binnen met hun zilverkleurige lading, die naar vele landen zijn weg vindt. Het visserijbedrijf, waarvan de haringsangst zo'n belangrijk onderdeel is, geeft duizenden handen werk. Drieduizend vissers trekken er op uit om de buit binnen te halen, maar veel meer arbeidskrachten zijn er nodig voor het maken van de netten en de verdere uitrusting van de schepen, voor de conserven-fabrieken, ijs- en diepvriesinrichtingen, vismeelfabrieken, visrokerijen en -bakkerijen, kuiperijen, enz. In de dorpen brengen de „visvrouwen" met het juk over de schouders hun waar aan de man en in de steden staan de haring-karretjes bij tientallen op de hoeken van de straten en pleinen. En intussen varen de vissers bij regen en wind, bij zonneschijn en bij donkere nacht. Storm zweept soms de, golven met grote kracht tegen de wand van het schip, dat slingert en stampt en waarop zelfs zeelieden, die gewend zijn op grote schepen te varen, nog zeeziek worden. Met alle krachten werken ze dan om de elementen de baas te blijven. En als straks de wind weer luwt, gaan de netten overboord. Geen man kan dan gemist worden. Alles is gereed om de haring binnen te halen. Hollandse Nieuwe.

Inhoudsopgave

Twente
Edwin van de Wiel
2816
Twente -
750 jaar Alkmaar
2802.jpg
2802
750 jaar Alkmaar -

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies