Oorlog woedde over Europa. Bommen en granaten troffen steden en dorpen en veranderden deze voor een deel in puinhopen, waarin straten en wegen slechts moeizaam te herkennen waren. Historische gebouwen, kerken en torens, eeuwen geleden opgetrokken door een kunstzinnig voorgeslacht, ze werden in een oog-wenk met de grond gelijk gemaakt.
Wie een verwoest gedeelte van een stad bezoekt, staat verbaasd te kijken. Door het wegvallen van een groot gebouw zijn oude muurresten, die sinds eeuwen verborgen waren, aan het licht gekomen. Wijzen deze dichtgemetselde spits-bogen niet op een kerk en was het bouwwerk, dat men hier gekend heeft dan oudtijds een Godshuis ?
Met verwondering ziet men een stuk geschiedenis van de stad opengaan en de ook maar enigszins in het verleden belangstellende ontkomt er niet aan zich te verdiepen in oude plattegronden, archieven en wat al meer. Nauweliiks heeft hij afscheid genomen van dit verwoeste gedeelte of een ander vraagt zijn aandacht. Tufsteen en baksteen door elkaar gebruikt vertellen hem, dat een muurwerk vele eeuwen lang overeind stond en verschillende bouwperioden meemaakte. Handel op Duitsland en vervaardiging van de baksteen in de eigen streek in een latere periode, toen de tuf door het inheemse materiaal was ver-drongen, het speelt zich hier in zijn gedachten af bij de aanblik van een ruine.
Ginds tussen enkele vrij diepe kuilen, door bommen veroorzaakt, spelen kinderen of) de fundamenten van oude muren, dermate breed, dat ze er gemakkelijk met z'n tweeen naast elkaar op kunnen staan. En terwijl een groepje jeugdige klanten evenwichtsoefeningen houdt op deze muurresten, trekken hun vriendjes uit de kanten van de bomtrechter aardewerkscherven te voorschijn, met versieringen er op. Thuis vindt moeder het maar rommel en vader meent, dat ze beter een pot met gouden munten hadden kunnen vinden, al heeft hij voor deze merkwaar-dige scherven toch ook wel belangstelling.
Het verwondert niemand, die maar enigszins op de hoogte is van hetgeen de bodem aan oude cultuurresten bewaart, dat degenen die het doorzoeken van de grond tot hun vak hebben gemaakt, gaarne de verwoeste streken bezoeken voor het doen van navorsingen. Van de grote nood die de oorlog deed ontstaan, maakt de archaeologie een deugd. De verwoestingen hebben immers voor haar terreinen ontsloten, welke zij zonder de vernieiingen door het oorlogsgeweld nimmer met de spade had kunnen onderzoeken. Dit geldt zowel voor ons land als voor het buitenland.
Inhoudsopgave