Weer staan verkiezingen voor de deur. Ditmaal worden de gemeenteraden vernieuwd. Eens in de vier jaren treden de vroede vaderen — waaronder zich ook vrouwen kunnen bevinden — af. De kiezers zullen uitmaken wie de belangen van de burgers in het hoogste college van de Gemeente, de Gemeenteraad, zullen behartigen.
Als men het woord ,,verkiezingen" hoort, denkt men meestal aan voile straten, aan toespraken, aan affiches, die overal worden aangeplakt. Dat alles heeft ten doel de kiezers het belang te doen inzien van het uitbrengen van hun stem. Inderdaad is een verkiezing belangrijk. Op het moment, waarop de kiezer zijn stem uitbrengt, beslist hij mede hoe zijn gemeente in de toekomst zal worden bestuurd. Hoe ons kiesstelsel werkt en op welke wijze de verkiezingen verlopen, zullen we in het midden laten. Dat is trouwens in A-O al uitvoerig aan de orde gekomen. Maar wel leek het ons goed in de drukte van de verkiezings-strijd eens iets te vertellen over de plaats, die de gemeenten in ons staatsbestel innemen, dus over het grote huishouden van ,,onze gemeenten".
Inhoudsopgave