Maar 't moest, dus klopten we aan. Maar geen kans. „We
hebben niks," was 't korte antwoord. Teleurgesteld gingen we verder. Maar we moesten toch wat eten en dus klopten we bij een boer aan en vroegen om een paar boterhammen . . .
Een kort herlnneringsbeeld uit een der beklemmendste perioden van ons volksbestaan. Bij veel stedelingen roept het waarschijnlijk gedachten op aan soortgelijke ervaringen tijdens de hongerwinter; bewoners van het platteland zien misschien weer voor hun ogen de eindeloze stromen hongerige stadsbewoners voorbijtrekken en anderen hebben althans door vele verhalen wel iets gehoord over de verschrikkingen van de wintermaanden voor de bevrijding.
Inhoudsopgave