Al eeuwen heeft de mens zich afgevraagd: hoe is het nu eigenlijk met onze dieren gesteld? Kunnen we spreken van nijvere mieren, van domme ezels, van slimme ratten of van trouwe honden ? Vooral de vraag of de dieren verstand hebben, heeft de mens bezig gehouden. We hoeven niet eens naar het circus te gaan, om allerlei wonderlijke prestaties van dieren te aanschouwen, die ons haast vanzelf doen uitroepen: Wat een slimme, verstandige, intelligente beesten!
Laten we eens proberen na te gaan of wij in zo'n geval gelijk hebben, dan wel de persoon die de dieren niets anders dan levende automaten noemde.
Inhoudsopgave