Er staat een wieg in Soestdijk. We weten het allen en het is ons een vreugde. Allerwegen verkondigen vlaggen, hoezeer het Nederlandse volk meeleeft met de blijde gebeurtenis in het Prinselijk gezin en bij de duizenden goede wensen die de vorstelijke baby een Welkom toeroepen voegt AO de zijne. Kan men zich een gewoner en alledaagser tafreeltje voorstellen dan een kind in een wieg?
Hoe geheel anders is dat thans in Soestdijk. Op dat kindje zijn de ogen van het gehele land, ja van duizenden buiten onze grenzen gevestigd.
Toch is het een baby als alle andere. Nog slaapt het bijna de gehele dag, en het huilt op zijn tijd. Spoedig zal het lachen, als het Moeder herkent — Precies als alle andere kinderen. Waarin schuilt dan het verschil?
Inhoudsopgave