De Nederlandse ambachtseconomie moet tot 2025 op zoek naar 485.000 nieuwe vakmensen. Dat komt door groei van de sector en omdat veel ambachtsmensen uitstromen. Dat blijkt uit cijfers van het Centrum voor Ambachtseconomie (CvAE) op basis van actueel onderzoek van ABF Research. “Er dreigt een tekort aan ervaren ambachtsmensen met grote gevolgen voor de samenleving en andere economische sectoren. Tegelijk biedt dit ook geweldige kansen voor ambitieuze jongeren en mensen aan de zijlijn van de arbeidsmarkt om een carrière of onderneming in het ambacht op te starten. Het onderwijsstelsel moet vernieuwd worden, bijvoorbeeld via een gebouwloze school, om vakbekwaamheid op een eigentijdse praktijkgerichte manier over te dragen”, stelt Elrie Bakker-Derks, voorzitter van het CvAE. “Alleen samen met de overheid, onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, vakbonden en ambachtelijke ondernemers kunnen we daarin succesvol zijn. Doen we niks dan verdwijnen straks veel ambachtelijke beroepen en dan ziet Nederland er heel anders uit.”
Vraag naar nieuwe vakmensen
De vraag naar nieuwe vakmensen neemt de komende jaren toe. Uit de ABF Research cijfers blijkt dat door groei en uitstroom tot 2025 485.000 vakmensen nodig zijn om het werk gedaan te krijgen. De vervangingsvraag is daarbij hoog; tussen 2015 en 2024 vertrekt jaarlijks 1 op de 16 werkenden uit de ambachtseconomie. Ambachtelijke sectoren die groeien zijn bijvoorbeeld de creatieve industrie (gamedesigners) en de cluster gezondheid en uiterlijke verzorging (voetverzorgers en schoonheidsspecialisten).
“Dat biedt Nederland een enorme uitdaging. Want de uitstroom van mensen betekent in de ambachtseconomie ook het verlies van ervaring. Ervaring die nodig is bij het opleiden van nieuwe vakmensen. Een ambacht leer je door het jarenlang uit te oefenen dus de tijd dringt”, aldus Bakker-Derks.
Nieuw onderwijsstelsel
“Het vak leer je in de praktijk, maar het ambachtelijk onderwijs innoveert te weinig. We moeten toe naar gebouwloze scholen en combinaties van leren en werken bij een leermeester en digitaal onderwijs. In de komende jaren gaan veel leermeesters met pensioen, dus is het onze opdracht deze groep langer te betrekken bij de opleiding van nieuwe vakmensen. We moeten durven vernieuwen, voor behoud van vakonderwijs”, vindt Bakker-Derks.
Actuele cijfers
ABF bracht voor het eerst sinds 2011 de ambachtseconomie cijfermatig in kaart. De werkgelegenheid in de Nederlandse ambachtseconomie daalde tussen 2008 en 2013 met 4,5%. 420.000 ambachtelijke ondernemingen bieden nu werk aan 815.636 mensen, 10% van de werkzame beroepsbevolking. 84% daarvan betreft een bedrijf met 1 werkzaam persoon. Het inkomen van ambachtelijke ondernemers daalde sinds 2008 met 10% tot € 21.600 netto. In dezelfde periode steeg het inkomen van werknemers met 10% tot € 26.100 netto. De totale omzet van de Nederlandse ambachtseconomie omvat in 2013 € 165 miljard. De ambachtseconomie draagt ruim € 60 miljard bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP).
Elrie Bakker-Derks: “Hiermee wordt aangetoond dat de rekening voor de crisis toch vooral wordt betaald door ondernemers. Mensen die keihard werken en we hard nodig hebben, zien hun inkomen al jarenlang afnemen. Ik roep de overheid daarom op, zoals ook werkgeversorganisaties dat bij herhaling hebben gedaan, de lasten voor ondernemers te verlagen en de BTW op arbeidsintensieve ambachtelijke dienstverlening en producten op 6% te zetten.”
Gunstig perspectief voor ambachtseconomie
De voorzichtig positieve economische ontwikkelingen hebben volgens het CvAE ook een positief effect op de vooruitzichten in de ambachtseconomie. Elrie Bakker-Derks “De ambachtseconomie heeft zware jaren achter de rug, maar de sector is springlevend en wint aan populariteit. Er ontstaan nieuwe ambachten en bestaande ambachten innoveren in hoog tempo. Fabrieken worden broedplaatsen voor ambachtelijke ondernemers en in winkelgebieden komt het ambacht terug. Consumenten hechten weer aan kwaliteit en duurzaamheid en verkiezen steeds vaker eerlijke producten en diensten van dichtbij boven industriële producten van ver. Het oubollige imago schudden we af. We zijn weer bij de tijd, hip en authentiek.”
Bron: Centrum voor Ambachtseconomie