Het voornemen van de minister van Onderwijs om grote roc’s op te splitsen in kleinere scholen is bij het Koning Willem I College in ’s-Hertogenbosch, al realiteit. Het Koning Willem I College is sinds 10 jaar opgesplitst in 21 kleinschalige en herkenbare scholen. Ieder met een eigen onderwijsdirecteur, die integraal verantwoordelijk is voor de onderwijskwaliteit van de eigen opleidingen. En ieder met een eigen (deel van een) gebouw. Deze manier van werken heeft zijn vruchten afgeworpen. Al jarenlang staat het Koning Willem I College in de top van de mbo-instellingen met hoge rendementen en zeer hoge tevredenheidscijfers van studenten en medewerkers. In 2015 ontving het college de prijs van ‘Beste Onderwijswerkgever’. Het Koning Willem I College is een middelgroot roc met 12.000 studenten en 1200 medewerkers. Aan iedere onderwijseenheid studeren gemiddeld 575 studenten.
Beleidsvoornemen
Het voornemen van de minister naar kleinschaligheid werd vandaag bekend gemaakt. Studenten en docenten moeten zich thuis voelen in het middelbaar beroepsonderwijs en wat te kiezen hebben. Daarom worden ‘grote’ mbo-scholen in principe verplicht hun opleidingen te verdelen in zelfstandige 'mbo-colleges' met een duidelijk herkenbaar en samenhangend opleidingsaanbod dat goed aansluit op de regionale arbeidsmarkt. Aan het hoofd van deze colleges staat een collegedirecteur als aanspreekpunt voor de kwaliteit van het onderwijs, vergelijkbaar met een decaan in het wetenschappelijk onderwijs. Met deze maatregelen wil minister Jet Bussemaker (Onderwijs) het mbo-onderwijs herkenbaarder maken voor zowel studenten, ouders, docenten als voor het regionaal bedrijfsleven, zo schrijft ze vandaag aan de Tweede Kamer.
D'66
D66 Tweede Kamerlid Paul van Meenen heeft geen goed woord over voor het voorstel van minister Bussemaker voor de ROC’s: “De minister leeft in een papieren werkelijkheid. De minister maakt op papier de scholen kleiner, maar voor de studenten verandert er helemaal niks. Als een ROC als een grootschalige leerfabriek wordt ervaren, dan heeft dat twee oorzaken: Het schoolgebouw is te groot en er is geen of weinig persoonlijke aandacht van docenten voor leerlingen. De echte oorzaken pakt de minister niet aan. De echte oplossing is investeren in de kwaliteit van docenten, leidinggevenden en bestuurders en in kleinere scholen.”
Overigens reageert de MBO Raad „onaangenaam verrast” over het plan van minister Jet Bussemaker. Volgens Jan van Zijl, voorzitter van MBO Raad, zijn de scholen niet betrokken bij de plannen.
bron: KWIC, OCW, D'66