In mijn beleving wordt in Nederland de persvrijheid soms zodanig "geëxploiteerd" dat er een gat gaapt tussen de werkelijkheid van de journalist en die van zijn lezer. Sprekend voorbeeld vond ik de gretig-verontwaardigde reactie van de pers op de oproep van de minister-president het koninklijke huis wat te ontzien enerzijds en het simpele, maar imposante gegeven van het enorme aantal tv-kijkers (3.000.000!) naar de bijzetting van Prinses Juliana.
Nederland scoort hoog wat betreft de persvrijheid. Weliswaar zijn er grenzen zoals met betrekking tot laster en smaad, maar dat staat in geen verhouding tot wat met name in arme Aziatisch en Latijns-Amerikaanse landen wordt getolereerd: vrijwel niets. Overigens scoren de VS ook slechts een 32e plaats! Interessant is de groeiende rol van het internet, die leidt tot zogenaamde, moeilijk te grijpen cyber-dissidenten.
Ronald Kennedy zet in dit AO de relatieve luxe van de Nederlandse journalist af tegen het lot van zijn vele buitenlandse of in het buitenland werkende (Koos Koster, Sander Thoenes!) collega's, bedreigd, maar moedig ijverend voor de verspreiding van ook de overheid onwelgevallige informatie.
Inhoudsopgave
4 Voorwoord
4 Persvrijheid in Nederland
12 Wereld van de persvrijheid
17 Martelaars van het vrije woord
21 Persvrijheid op het web