Het ROC van Amsterdam kreeg van de Inspectie van het Onderwijs een goede beoordeling. Eén van de opleidingen die er kwalitatief uitspringt, is Apothekersassistent van MBO College West in Amsterdam. Volgens Laura van Waard, docent farmaceutische patiëntenzorg, draagt vooral een goed contact met het werkveld daaraan bij. Zij en haar collega’s gaan elk jaar een dag op stage. ‘Dan zie je zelf de nieuwe ontwikkelingen in het apothekersvak.’
Hoe verklaar je dat deze opleiding zo goed scoort?
‘We gaan ervoor, zetten onze schouders eronder en functioneren als een echt team. Dat werpt zijn vruchten af. We bespreken veel met elkaar, helpen elkaar waar het kan en overleggen uitgebreid over de studenten. We hebben een goed onderwijsprogramma, dat wordt bijgesteld als we daarvoor signalen krijgen vanuit het werkveld.’
Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘Het gaat niet om grote aanpassingen. Meestal zijn het onderdelen die we wel behandelen, maar die op een ander moment in het lesprogramma aan bod moeten komen of wat meer verdieping vragen. Een voorbeeld daarvan zijn de interacties in het derde jaar. Als je een recept krijgt, moet je altijd controleren of het wel bij de patiënt past en bij de geneesmiddelen die hij gebruikt. Vanuit het werkveld kwam naar voren dat het beter is als we dat onderdeel eerder zouden behandelen. We hebben het programma aangepast, zodat studenten er in het tweede jaar al mee aan de slag kunnen.’
Is er nog een andere verklaring voor het hoge rendement van de opleiding?
‘We bereiden studenten goed voor op de examens. Voor het praktijkexamen patiëntenzorg moeten ze een aantal aspecten laten zien. Het is lastig om dat in de apotheken te organiseren, dus doen we het op school. Eerst speelden docenten de rol van patiënten, maar die zijn natuurlijk bekend. Daarom hebben we er studenten van de theateropleiding bij betrokken. Nu zij de rol van patiënt spelen, voelt dat voor onze studenten veel echter.’
Wat versta je onder goed onderwijs?
‘Een gedegen en afwisselend onderwijsprogramma dat goed aansluit op het werkveld. Het is ook belangrijk dat de vakken onderling op elkaar zijn afgestemd. Door het programma met elkaar te bespreken kun je voorkomen dat er te veel overlap is. Daarnaast werkt het inzetten van activerende werkvormen, zoals studenten in groepjes een hulpvraag laten oplossen, heel goed.’
Hoe worden studenten begeleid?
‘We hebben een goed georganiseerd zorgsysteem. Studenten die vastlopen, krijgen extra ondersteuning van een pluscoach. Het kan ook zijn dat studenten worden doorgestuurd naar maatschappelijke zorg of de schoolarts. Daarnaast hebben we een loopbaanexpertisecentrum, dat onder meer is gespecialiseerd in passend onderwijs, trainingen ‘sterk in je schoenen staan’, beroepstesten en een capaciteitentest. Als studenten bij deze test te laag scoren, laten we ze niet vallen. We begeleiden ze totdat ze op een nieuwe opleiding zitten. Soms is dat iets heel anders. Soms is dat wel een zorgopleiding, maar dan op een niveau lager. En soms lukt het om iemand er met extra begeleiding van de pluscoach toch doorheen te trekken.’
De opleiding is gehuisvest in MBO College West. Zie je dat als een voor- of nadeel?
‘Het gebouw is groot, maar het is vrij overzichtelijk ingedeeld. De assisterende gezondheidszorg, waar onze opleiding deel van uitmaakt, zit op de derde etage. Eigenlijk zie ik vooral voordelen. Beroepsspecifieke onderwerpen kun je niet samen aanpakken, maar bij standaard zaken kun je veel van elkaar opsteken. Het loopbaantraject zijn we nu bijvoorbeeld collegebreed aan het opzetten, waarbij uit alle beroepen een aantal aspecten naar voren komen. Ook zitten de stagecoördinatoren in één kamer, zodat zij hun krachten kunnen bundelen en niet iedereen opnieuw het wiel hoeft uit te vinden.’
ProfielActueel - tekst & foto: José Vorstenbosch