De SER onderschrijft de kabinetsambities om te werken naar een CO2-arme en circulaire economie. Voor de SER is het belangrijk dat dit gebeurt, tegen de achtergrond van het versterken van het arbeidsmarktbeleid. Daartoe dient de Nederlandse industrie de komende jaren versneld te innoveren om in te spelen op de toekomstkansen. Alleen zo kan de Nederlandse industrie zich in de energietransitie ontwikkelen tot de wereldtop. Dat biedt de beste garantie voor voldoende werkgelegenheid. Dit staat in het SER-advies “Nationale klimaataanpak voor regionale industriële koplopers” dat vanmorgen is vastgesteld.
De SER adviseert in dit rapport een mix van maatregelen waarmee de realisatie van de klimaatdoelen kan samengaan met gunstige werkgelegenheidseffecten. De kosten van de transitie moeten daarbij eerlijk worden verdeeld.
“Het is van groot belang dat de industrie haar internationale koppositie gaat inzetten om de energietransitie tot een succes te maken. Op deze manier kan de industrie een grote bijdrage blijven leveren aan werkgelegenheid en welvaart in ons land en tegelijkertijd de duurzaamheidsdoelen halen”, aldus Mariëtte Hamer, voorzitter van de SER.
Arbeidsmarkt mee-ontwikkelen
Voor een succesvolle industriële transformatie is het van belang dat de arbeidsmarkt profiteert van de industriële ontwikkelingen. Scholing moet aansluiten bij de nieuwe ontwikkelingen in de regionale industriële clusters. Regionale samenwerking is nodig om te zorgen dat mensen die hun baan kwijtraken door de transitie terecht kunnen op de plekken waar nieuw werk ontstaat. Eerder zijn afspraken gemaakt over het opvangen van werkgelegenheidsverlies door de sluiting van kolencentrales. De SER geeft in het advies aan dat de ervaringen in de kolenketen gebruikt zullen worden bij de aanpak in andere sectoren die te maken hebben met de gevolgen van de energietransitie.