Het Nederlandse mbo staat internationaal hoog aangeschreven. In de EU-mededeling Rethinking Education wordt het Nederlandse mbo als een van de vier stelsels van ‘wereldklasse’ geclassificeerd. Vooral de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt wordt geroemd. Zo komen de nationale standaarden waaraan alle opleidingen moeten voldoen in samenwerking met het bedrijfsleven tot stand, en vindt circa 90 % van de mbo-afgestudeerden binnen een half jaar na afstuderen een baan.
Nederland doet het goed in Europees verband. Een derde van de Europese beroepsbevolking (tussen de 25 en 64) heeft weinig of geen opleiding genoten. Dat is veel meer dan in de VS, Canada, Japan of Zuid-Korea. Europese werkgevers klagen over een tekort aan geschoold personeel. En ondanks de toegenomen werkloosheid vanwege de recessie blijft dat tekort bestaan. Door de economische crisis is de behoefte aan geschoold personeel alleen nog maar duidelijker geworden. Bovendien moeten de werkenden productiever worden om de vergrijzing op te vangen, en dat maakt het niet eenvoudiger.
De Europese Commissie vindt dat Europa het beroepsonderwijs een ander imago moet geven en beter moet afstemmen op de huidige werkelijkheid. Volgens de EU moet iedereen zich op elke leeftijd kunnen bijscholen en moet het makkelijker worden in het kader van de beroepsopleiding ook in het buitenland ervaring op te doen. De Commissie pleit voor maatregelen om creativiteit en ondernemerschap aan te moedigen en ook vroegtijdige schoolverlaters, werklozen, migranten en gehandicapten te bereiken.
Bron: EU