Gediplomeerden van mbo-bol zien de werkloosheid oplopen tot boven de 10%. Zij hadden al een grotere afstand naar de arbeidsmarkt te overbruggen dan hun collega’s van de bbl-leerweg en die wordt in economisch moeilijke tijden nog groter. Dat schrijven Christoph Meng & Annelore Verhagen van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) in een ecbo-studie. Beide auteurs verzorgen op 20-5 in Leerhotel het Klooster in Amersfoort tijdens een middagconferentie van Profiel een presentatie over tal van actuele aspecten rondom vsv (zie elders op deze website).
De kans op werk is afhankelijk van de conjunctuur. Maar ook de gevolgde leerweg legt gewicht in de schaal. Er blijkt een structureel verschil te bestaan tussen de gediplomeerden van mbo-bol en die van mbo-bbl. Onder de laatsten bestond voor het uitbreken van de huidige economische crisis vrijwel helemaal geen werkloosheid. Gediplomeerden van mbo-bol kenden in 2008 al een werkloosheidspercentage van boven de 5%.
Voor beide typen gediplomeerden loopt de werkloosheid weliswaar tijdens de recente economische crisis op, maar met werkloosheidscijfers van rond de 3,5% blijft deze voor de gediplomeerden van mbo-bbl uitermate laag en zelfs duidelijk onder het algemene werkloosheidspercentage in Nederland.
Van alle gediplomeerden ondervinden die van mbo-bol niveau 1 de grootste problemen op de arbeidsmarkt. Structureel lag het werkloosheidspercentage al boven de 10% in de afgelopen 10 jaar. Maar met de economische crisis is het inmiddels tot boven de 25% gestegen. Niveau 1 is geen officieel startniveau, dat speelt mee. Maar ook gediplomeerden mbo-bol niveau 2, jongeren met wél een arbeidsmarktkwalificatie dus, maken een moeizame start. Sinds 2000 piekt het werkloosheidspercentage regelmatig naar 10% of zelfs meer.
(bron: ecbo)